Dag 1 Maastricht – Prüm, 118 km – 1881 hoogtemeters
Vandaag gaat de fietstocht naar Rome dan toch echt beginnen. We zijn al om half acht wakker, klaar voor de start. Maar we moeten toch echt tot elf uur wachten voor de echte start. Lang en uitgebreid ontbeten want een lunch hebben we vandaag niet echt.Om half elf zitten Michel, Tanja, Ad en ik al helemaal aangekleed voor het fietsen te wachten tot het tijd is om te vertrekken. Ad en Michel gaan bij het station kijken of de volgwagen van Enroute en de andere fietsers al zijn gearriveerd. Als iedereen bij het station is gearriveerd komen ze naar het hotel.Na kennismaking met de begeleiders, André en Wiel, en een welkomswoord door André gaan we om twaalf uur dan echt op weg.
De eerste kilometers blijft de groep van 12 fietsers nog bij elkaar, maar zodra we Maastricht hebben verlaten splitst de groep zich in de mannen en Michel, Tanja, Ad en ik. De kopgroep blijft lange tijd in zicht.
Iedereen die wel eens in Limburg heeft gefietst weet dat het alles behalve vlak is. Dat merken wij ook en onze benen moeten er wel even wennen.Na 50 km hebben we in Jalhay een korte drinkstop. Vanaf daar hebben we vals plat tot het hoogste punt van België op 684 m. De rest van de etappe blijft het op en neer gaan. De Garmin wijst ins goed de weg, maar in Prüm haalt ie een klein grapje uit en stuurt ons een steil omhooglopend straatje in, terwijl we gewoon rechtdoor kunnen rijden naar het hotel! Het is inmiddels 18.00 uur als we aankomen in het hotel. We zijn vandaag door Nederland, België en Duitsland gefietst en hebben ruim 5,5 uur op de fiets gezeten!
’s Avonds eten we in een restaurant. Niet echt fietseten zoals pasta, maar wel lekker. En dan naar bed en slapen. Morgen moeten we om 7 uur weer op. (Ad & Mirjam)
Vandaag is onze fietsreis begonnen vanuit Maastricht. Gisteren waren we al gearriveerd dus vandaag was het redelijk relaxed opstaan. Om 11 uur was het verzamelen bij het station van Maastricht en hebben we onze reisgenoten en begeleiders ontmoet. Meeste fietsers kenden wij overigens al van eerdere fietsreizen. Nadat alle bagage was ingeladen en de navigatie goed was ingesteld konden we van start voor 120 km door Limburg, de Belgische Ardennen en ten slotte een stukje Duitsland om in Prum te eindigen. De route was deels vertrouwd van onze eerdere fietstochten maar gelukkig ook deels nieuw. Ondanks de beperkte kilometers was de route best pittig met ruim 1700 hoogtemeters. In onze voorbereiding hadden we nog niet zoveel geklommen dus het zou direct duidelijk zijn hoe het met de vorm gesteld was. Het was dan ook continu klimmen en dalen waarbij we ons voorgenomen hadden om te proberen er een relaxte dag van te maken. Dit is op zich goed gelukt waarbij het weer ook zeker meehielp. Het venijn zat overigens duidelijk in de staart van de etappe waarbij er een aantal flinke klimmen in het parcours waren opgenomen. Ook was toen duidelijk merkbaar dat wij toch beduidend minder hebben geklommen in de voorbereiding dan vorig jaar. Het was dan ook fijn om rond half zeven in Prum te arriveren. Hierbij was het mooie hotel zeker geen straf en ook het eten smaakte heerlijk (met hoe kan het ook anders een Cordon Bleu). Nu terug op de hotelkamer geeft het lichaam aan dat het toch wel pittig was vandaag en dat een goede nachtrust zeer welkom is. Dit gaan we dan ook maar doen. Morgen weer vroeg op voor de volgende etappe. (Michel & Tanja)
Foto’s dag 1
Dag 2 Prüm – Kedange sur Canner, 146 km – 1388 hoogtemeters
Vandaag fietsen we door de Eifel naar Luxemburg en dan naar Frankrijk.
Iedereen zit om half acht aan het ontbijt. Soms een beetje stijf van de etappe van gisteren, maar iedereen heeft er zin in. Om half negen stappen we op de fiets. Het is dan nog maar 15 graden. Brrr. Gelukkig heb ik mijn armstukken aan, dat helpt een beetje.De eerste 50 km naar Vianden zijn een kadootje. We fietsen over mooie fietspaden en door een mooie omgeving. Voor we het weten zijn we al Vianden, tijd voor koffie en een reepje. Vianden ligt op een heuvel en direct naar de koffiepauze volgt een pittige klim om Vianden uit te komen.
De lunch is in Larochette op 70 km. Op een pleintje nuttigen we onze zelfgesmeerde lunch. Nu is het nog 76 km naar Kedange sur Canner. De rest van de etappe blijft op en neer gaan. Het landschap wordt wel iets saaier. De laatste 10 km duren lang vandaag. We zijn blij als we om vier uur in het hotel aankomen. Even tijd voor onszelf. Massage, de was doen en in het zonnetje relaxen.
De kamers zijn niet bijzonder, maar het eten is wel heel goed. Een koud buffet vooraf en daarna vlees met pasta en een dessert. (Ad & Mirjam)
Prüm 6:30 uur als de wekker gaat is het slechts 3 graden. De avond tevoren was het al fris, maar deze temperatuursdaling geeft aan dat de herfst er aan komt. Niet vandaag, zo zou blijken, al waren de eerste 25 km koud, ik miste mijn handschoenen behoorlijk! Na de eerste klim werd het warmer en genoten we van het prachtige asfalt over het parcours waar ooit een spoorlijn liep. We reden met z’n vieren: Geerten, Jan, Victor en ik. Lekker tempo hielden we aan en de eerste stop in een Luxemburgs dorpje met kasseien kwam vlot. Koffie. De anderen kwamen weldra en Tjandra hing in de bus, maar lachte stralend, die bus, dat zagen wij verkeerd, ze had er zin an. 20 km verderop al lunch. Zelf belegde broodjes uit het hotel van hedenmorgen genuttigd op een bankje aan een leuk plein in weer zo’n dorp waar ik de naam niet meer van weet. Het lijkt de Tour de France wel, ook toen kon ik geen plaatsnaam onthouden. Behalve Luik en Parijs, wat er tussen lag, was bijzaak. Das nu eigenlijk weer zo: Maastricht – Rome, de rest telt niet, hoewel, vanuit dat lunchplaatsje naar Kedange ging het in ene heel hard. Sjors, René en ik, een echte wedstrijd, wie had de beste benen vandaag? Vol in de 40, tegen de 50. De chauffeurs van de begeleidingsbusjes beseften dat het menes was en werden ploegleiders. 45 minuten koersen vol aan de bak. René moest 2 keer bijna lossen, maar hij werd gehaald door zijn naamgenoot. Toen kwam er een klim, Sjors schoot mij voorbij. De gehaalde René ook, ik hing hing plots achterin. Hard dat het ging. Ik miste 20 meter en liep het niet in, gaf ook niet, voor vandaag waren de kaarten geschud. Michel, die het laatste stuk meekoerste, en ik hebben afgesproken Sjors en zijn maatje, Sjimmie noemen we hem, morgen te pakken. Teamwork, maar nu eerst eten. (Rene)
Zo, bij het wakker worden was het wel duidelijk dat de benen gisteren flink bezig zijn geweest. Ze voelen stram aan maar dat gevoel gaat gelukkig redelijk snel weg na het opstaan.
Het ontbijt was prima en de boterhammetjes voor de lunch werden gesmeerd. We gingen vandaag op tijd (08.30) op pad en dat was ook wel te merken aan de temperatuur. Eerste uur was behoorlijk fris en de eerste klimmetjes hielpen ons om warm te worden.
Vandaag voerde de rit ons door de Eiffel, Luxemburg en stukje Frankrijk. Het was een mooie rit over veelal glooiende wegen met mooie uitzichten. Het was bijna niet vlak maar de steilheid viel over het algemeen mee. De rit was daarmee makkelijker dan gisteren al hebben we toch nog ruim 1300 hm overwonnen in 145 km.
Wat opvalt is de goede kwaliteit van de wegen, vooral na onze ervaringen in België gisteren waar je toch altijd maar weer blij ben dat je zonder materiaal pech het land verlaat.
Naast de wegen hebben we vandaag ook mooie kastelen gezien (Vianden) en een plaats waarvan ik de naam alweer vergeten ben. Verder hebben we ook de grootste kerncentrale van Frankrijk gezien
maar dit noem ik alleen om compleet te zijn.
De 2e dag merk je al dat de groepjes zich beginnen te vormen van fietsers met hetzelfde nivo. Wij rijden meestal met Ad en Mirjam met wie we ook in de voorbereiding diverse tochten hebben gereden. Soms gaat Michel wat vooruit maar laat zich vervolgens vaak weer terugzakken.
Lichamelijk gaat alles gelukkig nog goed. Deze eerste dagen moet je toch vaak voorzichtig zijn en niet teveel van jezelf vergen. Ook moet je zorgen dat de knieën niet overbelasten door teveel op het grote verzet te gaan rijden (wat vaak wel verleidelijk is op een glooiend parcours). Het is fijn dat er ook een sportmasseur mee is. Met name Tanja maakt hier goed gebruik van en gebruikt zelfs de tijd die eigenlijk voor Michel is gereserveerd.
Maar goed, bijna etenstijd dus dit was het even voor vandaag. (Tanja & Michel)
Foto’s dag 2
Dag 3 Kedange sur Canner – Col du Donon, 147 km – 1886 hoogtemeters
Vandaag weer een dag met een behoorlijke hoeveelheid hoogtemeters, waarvan ruim 400 meter in de laatste 15 kilometer. Als alle fietsen weer naar behoren werken stappen we om half negen op de fietst. Ons fietsgroepje heeft weer de gebruikelijke samenstelling; Tanja, Michel, Ad en ik. We kunnen goed met elkaar fietsen en hebben voorafgaand aan deze tocht ook een aantal malen samen trainingsrondes gemaakt. Evenals gisteren ook vandaag een etappe met klimmetjes. Kort, maar wel pittig. We komen nu in het gebied van de zonnebloemen. Ze zijn meestal al uitgebloeid. We rijden ook door klein Zwitserland. Dat is inderdaad heel klein want we zijn er zo doorheen!
De lunch is op 68 km in Morhange. Terwijl we het weten fietsen we er bijna langs. Ze zitten op een terrasje achter een vrachtwagen weggestopt! Na de lunch stapt iedereen tegelijk op de fiets en we rijden een stuk samen met Ed, Geerten en Jan op. Tot 130 km blijft het klimmen en dalen. Dan begint echt de klim naar Col du Donon. Vijftien kilometer omhoog. De klim is niet heel steil, maar wel lang. Het is onze eerste echte klim deze tocht. De top valt wat tegen. Geen fotomoment met bordje van de col en de hoogte! De laatste twee kilometer gaan weer naar beneden. Bij het hotel blijkt dat we hier wel slapen, maar voor drinken naar het hoofdgebouw moeten, waar de rest van de groep ook zit.
Ik moet even uitpuffen, het was vandaag toch wel een pittige etappe. Gelukkig ben ik niet de enige die dat vindt!Om half acht lopen we naar het hoofdgebouw voor het diner. Het is een vijfgangen diner. Erg lekker, maar het duurt wel erg lang. Om tien uur komt eindelijk de kaas en daarna het dessert. We slaan allebei over. Ik wil naar bed, slapen. (Ad & Mirjam)
Numeri of de dag van de getallen
Kedang 6.30 uur, eerst 60 mails doorploegen, waarbij vooral die mails irriteren, waarin mensen precies die dingen die je niet wilt wel doen en omgekeerd. Ik neig er naar de telefoon te pakken, maar goed, tis nog wel heel vroeg. Vervolgens sprink ik onder de douche en ben net te laat voor het ontbijt. Dat begint iedere dag om 7.30 uur, maar net als gisteren heeft de plaag van 13 sprinkhanen de meeste plakken kaas en vlees al van de schalen gevreten. Ik biets hier en daar wat bij en krijg zo net voldoende naar binnen om een deel van de 6.000 calorieën die ik dagelijks zo’n beetje nodig heb, tot me te nemen. Voor de overige hotelgasten is het minder leuk, alles is op. Prima hotel, Logis-keten. Handige jongens. Kamers kosten zo’n € 30, maar het staat op een plek waar niets te beleven valt, geen restaurant of kroeg te bekennen. Dus…..laat het hotel nu toch zelf een bar hebben: daar tikken we na het ontbijt dus een mooie € 235 af voor de drankjes van de vorige avond uit de gemeenschappelijke pot waar 10 mensen aan meedoen. Mijn biertje en twee glazen wijn zijn vorstelijk betaald. Dat gevoel hebben de anderen ook.
Op naar de volgende 152K. Een mooie dag door een soort Limburgs landschap met heel wat kuitenbijters. Hoeveel weet ik niet precies, maar veel. In totaal 1.780 hoogtemeters volgens mijn Garmin. De aankomst ligt op de col Donon, 7% over ca. 15K en nog eens 15K vals plat. Sjors en Sjimmie zijn er al, ik besluit om te keren en Tjandra te gaan ‘halen’. Nog ns 8K extra, zij blij, ze doet deze klim goed. Op het terras bestellen we de nodige drankjes en een soort anti pasti. De dame van de bediening eist per bestelling betaling, tot ze merkt dat wij ‘die groep’ zijn. Ze draait als een blad aan een boom bij en wordt gemaakt vriendelijk. Ik vraag de rekening en tot mijn genoegen zie ik dat ze de helft is vergeten. Ik betaal uit de pot en besluit dat een fooi er dit keer niet in zit. (Rene)
Foto’s dag 3
Dag 4 Col du Donon – Vöhrenbach, 158 km – 2300 hoogtemeters
Vandaag fietsen we door de Vogezen, Elzas naar het Zwarte Woud in Duitsland.
Dankzij de massage van Eva doen mijn benen het weer goed. Na drie dagen fietsen waren ze toch wel stijf geworden. Vandaag twee grote klimmen, een aan het begin en een aan het eind van de etappe.
Ik vertrek samen met Tanja en Tjandra, zodat we op de klim een voorsprong hebben op de mannen! Eerst een afdaling van de Col du Donon naar het dorp. Mijn armstukken en windjack komen goed van pas. In het dorp is het een stuk warmer en kunnen jack en armen weer uit. Met een scherpe bocht naar links, ik had hem bijna gemist zonder Garmin, en daar begint de klim van ongeveer 20 km naar Champ du Feu op 1099 m. Ik kom goed in mijn ritme en klim gestaag omhoog. Af en toe even afstappen om de rug en de billen te ontspannen. Na 12 km wordt het vals plat en fiets het wel lekker. Op de top staan Eva en Wiel te wachten. Ik wacht daar op Ad, Michel en Tanja. Ad heeft een iets andere route gevolgd, door schilderachtige dorpjes om vervolgens toch op dezelfde klim uit te komen, achter Michel en Tanja. Even een reepje, een banaan en wat te drinken, de voorraden moeten worden aangevuld, en weer verder met een lange afdaling met z’n vieren. We zien het landschap veranderen. Van de Vogezen naar de Elzas met duidelijke Duitse invloeden in de dorpen en wijnranken.
In Rinhau, op 82 km, is de lunchstop op een terrasje. Broodjes met appelstroop en een flesje cola. Daar kan ik wel weer even op fietsen.
Na de lunch steken we de rivier over en zijn we in Duitsland, het Zwarte Woud. Tot km 100 blijft het plat en daarna beginnen de klimmetjes weer. Na een stevige kuitenbijter van 18%, trakteert Jan ons op een cola. Even lekker op het terras gezeten. Het is toch vakantie! Daarna gaat het almaar omhoog. Dit is de laatste klim van de dag en best pittig. We hebben er al 135 km opzitten en zijn niet meer helemaal fris. Het is inmiddels vijf uur en het begint frisser te worden. Op tien km voor Vörhenbach staat Wiel op ons te wachten. Nog een klein stukje naar de top en dan volgt een afdaling en dan is het nog een aantal kilometers tot Vöhrenbach. Als we in Vöhrenbach aankomen hebben we 158 km gefietst! Om half zeven zijn we eindelijk binnen. Het was weer een lange fietsdag, maar ik ben minder moe dan gisteren! (Ad & Mirjam)
Dr Love in je wiel
Col du Donon om 9.00 uur. Paniek, het kamertoegangspasje is pleite en moet ingeleverd worden. Ik herpak bij de auto alle tassen nogmaals, maar vind geen pasje. Intussen is iedereen al vertrokken en als klap op de vuurpeil weigert mijn Garmin dienst. De route; waar gaan we eigenlijk heen? Na een aantal krachttermen, waarbij ik de optie om het ding tegen het oorlogmonument naast de parkeerplaats te smijten laat varen, doet hij het alsnog. We kunnen van start. Op de hoek blijkt Michel al die tijd op me te hebben staan wachten, top. We zetten direct de vaart er in met als doel de anderen in te halen. Michel rijdt goed, ben blij in zijn achterwiel te kunnen hangen.
Na 20 minuten krijgen we de eersten in zicht, op de eerste col. Michel blijft bij Tanja, ik rijd door. Victor, van de klapschaaten, wereldkampioen senioren schaatsen en tijdrijder. Waar is hij? Doorstampen. De een na de ander haal ik in, maar waar is Victor? Op kop, na de afslag krijg ik hem in het vizier. Hij beukt, ik weet dat dit niet zijn parcours is, maar dat zou je niet zeggen als je m ziet rijden. Ik haal m in en de eerste bergetappe is voor mij. We pauzeren even en daarna is het op kleine oprispinkjes na, dalen. We rijden in het Rijndal tot aan Rhinau, waar we lunchen. Victor en ik al eerste, de anderen volgen. Tijdens de lunch rijd ik nog terug om Tjandra op te halen, daarna popel ik om verder te gaan. Ik ruik mijn kans: als eerste binnen komen. Het wordt een dag van 130K kopwerk verrichten. We rijden met z’n vieren: Ed, Victor, ik en Dr Love, mi’n kamermaatje van de Tour de France. De Rijn gaan we met het pondje over, daarna komt de eerste klim van de middag. Die loopt mooi, ik blijf op kop, in de afdaling wacht ik op de anderen. Daarna een serieuze tussenklim: 18%, kuitenbijter. Dr Love moet op adem komen, maar blijft mijn wiel volgen. De volgende 30K gaan als vanzelf, maar daarna volgt een serieuze klim: 18K lang waar aan geen einde lijkt te komen. Ik heb de anderen gelost, ik ruik mijn kans: het moet lukken om als eerste binnen te komen. De meeste anderen liggen ver achter. Dr Love haakt ook af en besluit een boterham te gaan eten. Een lege maag, fietst immers niet graag. 18K stampen. Ik verhoog het tempo, bang dat Sjors en Sjimmie toch nog als een duveltje uit een doosje komen opdagen. Het gebeurt niet. Tempo houd ik desondanks hoog, de weg blijft klimmen en ik kijk steeds ver voor mij uit, maar zie de auto’s daar niet dalen. Het is een van die beklimmingen die je vervloekt. Eindelijk dalen en goed, 9K superhard het dal in. Dan plotseling een bocht naar links en tegen alle verwachting in weer klimmen. Nog 5K. Ik kijk weer achterom, maar van de anderen geen spoor. Langzaam begin ik het te geloven: vandaag kom ik als eerste binnen. Is dat leuk? Nee, want bij het hotel is iedereen nog met iets anders bezig, moet ik roepen om personeel en na de nodige moeite krijg ik pas iets te drinken. Neen, dan Dr Love, die kwam 45 minuten later binnen, maar wel direct een Café Latte gevolgd door een goed glas bier. Volgende keer ga ik in zijn wiel hangen! (Rene)
Foto’s dag 4
Dag 5 Vöhrenbach – Bauma, 154 km – 1702 hoogtemeters
Vandaag dalen we af naar de Rijn naar de grens met Zwitserland.
We hoeven geen lunchpakket te maken. Dat heeft de kok al voor ons gedaan. Drie broodjes met beleg.
Eerst dalen we van het hotel af naar Vöhrenbach en vervolgens volgen een aantal pittige klimmetjes. De route is mooi en lekker rustig.
Na een pittige klim op 45 km vinden we het tijd voor koffie mét gebak. En dat zijn hier grote stukken. In de verte begint de lucht al donker te worden en we hopen dat we het droog houden. Na de koffie volgt een lange flauwe afdaling door het bos. Erg mooi. Vlak voor de lunchstop begint het dan toch te regenen. Gauw regenjas aan en verder fietsen naar Rheimheim, 80 km. Gelukkig duurt de regen niet lang.
Na de lunch steken we de brug en grens naar Zwitserland over. Daar begint het te regenen en het houdt niet meer op tot in Bauma, 80 km verder. Ik heb niet veel van de route gezien door de regen en omdat ik het wiel voor mij in de gaten moest houden.
We zouden de meeste hoogtemeters voor de lunch hebben gemaakt, volgens André, maar dat is een kleine misrekening. Het gaat na de grens voornamelijk omhoog en er volgen nog een aantal pittige klimmetjes! De route is niet erg mooi. Veel langs autowegen waar de auto’s toch wel erg hard rijden in vergelijking tot ons, of fietspaden, maar zijn niet overal en stoppen vaak onverwacht. Vlak voor Bauma komt Wiel ons vertellen hoe verder te rijden naar het hotel. Het is gelukkig niet ver meer. Om half vijf zijn we binnen, na bijna zeven uur fietsen! En nu lekker douchen en droge kleren aan. Terwijl ik de was doe, werkt Ad de website bij met de foto’s van vandaag.
Foto’s dag 5
Dag 6 Bouma – Valbella 130 km – 1955 hoogtemeters
Vandaag weer een dag met klimmen. Eerst een kort klimmetje en dan een lange niet zo steile klim naar Wildhaus. Daarna een lange afdaling en aan het einde van de dag weer een pittige klim naar Valbella!
Marleen en Menno komen Tanja en Michel bezoeken en Menno fietst vandaag met ons mee. Hij weet welke etappe hij uitkiest!
Mijn benen willen vandaag niet erg. Het klimmen gaat wat moeizaam en dan begint het ook nog te regenen. Als we na 55 km in Wildhaus aankomen vind ik dat ik genoeg heb gefietst voor vandaag en stap na de lunch bij Marleen en Tanja in de auto, fiets op de fietsendrager. De mannen, Michel, Menno en Ad, fietsen gewoon verder. Het is gelukkig wel droog en dat is wel fijn in de afdaling. In Lichtenstein wachten we de mannen op, mooi fotomoment en later in Chur vlak voor het begin van de laatste klim. Iedereen vindt de klim erg pittig en is blij als ze bij het hotel zijn.
We blijven hier twee nachten. Morgen hebben we een rustdag. Dat is wel nodig na zes dagen fietsen. Even herstellen voor het tweede deel van de tocht! (Ad & Mirjam)
Hotel Dieschen,
15:13 uur, de Lenzerheide Pass is bedwongen en ik sta te bibberen op de parkeerplek voor de deur. Op 1548 meter is het snel koud, een straffe wind giert door mijn bezwete tricootje en ik hijs me snel in mijn regenjack. Gorewear, vorig jaar door Tjandra voor de Tour de France gekocht, topjack. Vandaag eigenlijk niet nodig gehad. Victor en ik kwamen na 57K op de lunchplek aan en bestelden een kop koffie, in de zon. We zagen de regen aankomen, iedereen die achter ons reed was doorweekt bij aankomst, wij hadden mazzel. Na de lunch ging de regen voor ons uit, de wegen waren nat, maar het jack kon uitblijven. Op 90K zat nog een flinke puist en daar raakten we Ed en Geerten kwijt. Aanmoediging vanuit de ploegleiders auto, verse bidons, het leek wel echt.
Op het vlakke eind daarna pikte Victor weer aan, zijn specialiteit, tijdrijden op het vlak. Langs de snelweg die we normaal gesproken met de auto nemen op weg naar Toscane. Leuke ervaring, nu op de fiets, op weg naar Rome.
Daarna volgde Chur, mooie stad, leuk oud centrum. Maar erg veel zondag: alle winkels dicht en terrassen nog gesloten. ‘Erleb Gott’, hangt overal, maar dat mag kennelijk niet vanaf een terras met uitzicht op zijn prachtige schepping.
BAM!, vanaf het stadsplein draait de bocht naar links, om de fontein heen rechts, de kruising driekwart en daar begint hij: DE pass van vandaag, 958 hoogtemeters overwinnen over 14,5K. Eigenlijk twee cols: een stuk met 8 tot 10%, deels 12%, daarna een redelijk makkelijk tussenstuk en dan deel twee van de col met stukken 10, 11 en 12%. Bij hotel Belvedère spring ik even van mijn fiets, hol naar binnen, beland in de keuken, vul mijn bidon -de keukenhulp hapt als een goudvis naar lucht- en ik ben weer weg voor hij iets heeft kunnen zeggen. Verder gaat ie weer. Twee bochten later stuiven drie Lamborghini’s ronkend naar beneden, mij geen blik waardig gunnend, een fietser…
Ik ga verder, de weg is droog, de zon schijnt, maar de top van de berg is gehuld in wolken. Koud, ik doe mijn windbreker aan en trap door. Het tussenstuk is makkelijk, daarna volgt het laatste deel van de beklimming. Die is pittig. Ik kijk enkele malen om, maar zien geen van de anderen. Wiel, een van de reisleiders komt naast me rijden: ‘je bent er bijna!’. Ik zet nog even aan en dan is daar Hotel Dieschen, weer als eerste binnen, het voelt dit keer extra goed, het beteuterde gezicht van nummer twee spreekt boekdelen. Erleb Gott, mompel ik en ga naar mijn kamer. (Rene)
Het is even stil geweest, maar alles gaat goed. Zijn pittige fietsdagen met aardig wat hoogte meters. Op dit moment zijn we in Zwitserland en zijn we ingecheckt in ons hotel voor vandaag en morgen de rustdag. Vrijdag hebben we van de Vogezen naar de Elzas en door het zwarte woud gefietst. Blijft toch leuk dat je aan de ene kant in Frankrijk staat, 3 minuten met de boot gaat en je in Duitsland verder fietst. Zaterdag gestart in Duitsland. Weer was helemaal prima. Helaas was het in Zwitserland niet zo… Regen, regen en regen. De laatste 75 km naar het hotel aan een stuk door gefietst.
Foto’s dag 6
Dag 7 Valbella (rustdag)
De rustdag begint toch al vroeg. Om 7 uur beginnen de bouwvakkers te werken! Blijkbaar heeft iedereen er last van want om acht uur zitten de meeste fietsers al aan het ontbijt. Met Menno, Marleen, Tanja en Michel met de kabelbaan naar 2800 meter gegaan. Uitzicht nul, volledig bewolkt, maar wel sneeuw! Het was boven minder koud dan verwacht, maar toch met de volgende gondel naar beneden. Het was inmiddels lunchtijd, dus zijn wij naar Valbella gelopen. Is de Spar tussen 12 en 14 uur gesloten! Dan maar koffie met gebak op het terras. Inmiddels was de zon doorgekomen en werd het nog warm!
Ad en ik hadden een afspraak met Eva voor massage en zijn naar het hotel terug gegaan. Na de massage met z’n zessen aan het meer gepicknickt. We waren nog net voor de regen binnen. Verder een beetje uitgerust en wat gelezen. En toen was het weer tijd voor diner en daarna naar bed. (Ad & Mirjam)
Wat doe je op een rustdag.nl?
Iets later dan anders gaat de wekker, hoewel we die niet echt nodig hadden, omdat pal voor de deur van het hotel druk gewerkt wordt aan nieuwe woningen. De hele groep is op tijd aan de ontbijttafel, want helaas gaat Victor vandaag weer naar huis. Afscheid was gisterenavond met een fles Prosecco van zijn slapie Jan, plus een aantal sterke verhalen over diens medische carrière. Je weet wel, Jan de plastisch chirurg, altijd het hoogste woord, veel gelach, zijn speech wordt zelfs opgenomen!
Mijn naamgenoot vraagt op ik morgen ga trainen, hij heeft een ritje naar Como uitgezet, 150k. Ik bedank, rustdag is rustdag. En dus belanden we na het ontbijt op de Rothorn, bijna 2900m hoog, dubbele espresso met uitzicht op de mist, het restaurant is gehuld in wolken. ’s Nachts blijkt het gesneeuwd te hebben en dus wordt het ook nog even sneeuwballen gooien: in augustus!
Terug van de berg gaan we lunchen in het dorp. De rekening daarvan is zo hoog voor niet al teveel dat ook hier de fooi er bij inschiet. Daarna fietsen verzorgen en de Vito uitruimen en herindelen. En dan is het eigenlijk wel tijd voor een borrel, gevolgd door een extra massage van de uiteraard vanmorgen extra goed geschoren benen. Het is natuurlijk allemaal een lolletje, toch spelen we het spel van de echte rijders mee, soigneren kun je leren.
Het diner is om 19.30 uur, vaste tijd en dan naar bed. Morgen een lange dag, de grens over naar Italië, veel klimmen, dus een goede nachtrust zal iedereen goed doen. Ik hoop dat we het allemaal gaan redden. Het weer lijkt in ieder geval mee te gaan werken: alleen bij vertrek kans op wat regen, daarna steeds meer zon. En, het mag best wel eens een keer: de verzorging is prima, de hotels goed en het eten uitstekend. Met dank speciaal aan André en Wiel -en natuurlijk onze eigen Eva! (Rene)
De rustdag was in het Zwitserse Valbella op 1400 meter hoogte. In de winter een mooi skigebied en in de zomer voornamelijk een paradijs voor mountainbikers die het liefst zo steil mogelijk naar beneden willen gaan. Gekken in onze opinie maar ja alles is nu eenmaal relatief, denken we dan maar.
Foto’s dag 7
Dag 8 Valbella – Mezzoldo, 166 km – 3535 hoogtemeters
Dit is de koninginnenrit van deze tocht. De beklimming van de Splugenpass en Passo de San Marco.
Menno wil deze rit graag doen, dus blijven Menno en Marleen een dag extra. Het is ook de dag van verkleden. Armstukken, beenstukken en windjack aan in de afdaling en weer uit op de klim. En weer aan als het begint te regenen.
De klim naar de Splugenpass begint eerder dan wij verwachten. Of althans de aanloop ervan is pittiger dan verwacht. Het landschap is erg mooi en de klim naar de Splugenpass ook. Mooie haarspeldbochten en vergezichten. Op de top is het slechts 8 graden, dus snel weer allerlei laagjes aan. We dalen af naar Montespluga voor de lunch. We zijn in Italië.
De afdaling is eerst koud en nat met veel haarspeldbochten en donkere tunnels, later komt het zonnetje toch weer door. Om 16.00 uur beginnen we aan de klim van de San Marco. We hebben we dan al 125 km opzitten! De eerste kilometers van de klim zijn niet al te lastig, maar het begint opnieuw te regenen en dat maakt het minder leuk. Het klimmen kost toch wel veel tijd. Om kwart over zes heb ik 17 km van de 26 km van de klim gedaan en komt Eva mij oppikken om naar het hotel te brengen. Ik heb 146 km gefietst en vind het genoeg voor vandaag. Het is uiteindelijk toch al zeven uur als we bij het hotel zijn. Menno en Michel doen wel de hele klim, maar laten de afdaling zitten. Te koud en te nat!
Het diner is pas om half negen, maar is wel heel erg lekker. Echt Italiaans met vele gangen. Het is al na tienen als we eindelijk weer in ons bedje kruipen. Het was weer een vermoeiende dag!
Koninginnerit
Iedere reis heeft er één: DE etappe. Vandaag was dat van Leinzerheide naar Mezzolde, Italia, het land van onze bestemming of in termen van mijn opvoeding, het land van de belofte.
Splügen Pass, met mooie Schluften onderweg, wij schijnen daar geen woorden voor te kennen, ik zou zeggen: afgronden met water. In ieder geval mooi en het parcours was goed te doen. Tjandra heeft mij op het hart gedrukt niet toe te geven dat het makkelijk ging, want niet iedereen had het makkelijk. Begrijpelijk, want naar 2.100 meter klimmen is niet nix, zeker niet omdat het op die hoogte vandaag min of meer winter was: regen, wind, kou.
Lunch was in Montespugla, net na de top. André sprak me daar op aan, op het feit dat ik te snel reed en eigenlijk later zou moeten starten. Maar ja, ik ben een vroeg opstaner en vind het rijden met de een leuker dan met de andere latere starter, zoiets.
De afdaling samen met Tjandra gedaan, glad, koud en tot diep in Italia de beenstukken aan gehouden om warm te worden, zelfs toen het al 28 graden was. Door het dal langs het meer over het fietspad. Mooie route. Om 14.40 kwamen we aan bij Eva, drankje, bar en banaan. Vanaf daar begon de DE klim naar Passo San Marco, 28K klimmen. Sommigen maken er een serieuze zaak van vandaag, dus maar even getimed voor de verhalen van sommigen bij het diner. Start was om 14.50 uur, aankomst om 17.35 bij het hotel. Tussendoor nog van het fantastische uitzicht genoten (‘stunning views”) en op de top fotootje gemaakt van mijn fiets onder het hoogtebord. Geen tijdrit, wel lekker.
Wie later was, had pech: het begon te regenen en het werd erg koud. Gelukkig waren daar Eva en Wiel om wie het niet langer volhield met de auto van de top te halen.
Sommigen kwamen bibberend bij het hotel aan, sommigen misten door het gebibber zelfs het hotel. Maar uiteindelijk kwam iedereen door de warme douche weer op aarde en deed het Italiaanse eten de rest.
Voor nu lekker slapen en morgen ‘slechts’ 200K: vlak.
Foto’s dag 8
Dag 9 Mezzoldo – Brescello, 203 km – 430 hoogtemeters
Na een dag met veel hoogtemeters nu een dag met veel kilometers en weinig hoogtemeters. Het wordt nog spannend of de Garmin’s het zolang volhouden! Het ontbijt is niet berekent op fietsers! Taart en croissants zijn toch niet genoeg om op te fietsen. En de broodjes zijn zo op. Dat wordt een karige lunch vandaag!
We kleden ons warm aan voor de afdaling. Beenstukken, armstukken, windjack en handschoenen met vingers. Geen overbodige luxe blijkt tijdens de afdaling, want het is behoorlijk koud. René en Tjandra rijden vandaag met ons mee, René natuurlijk op kop. We fietsen door een aantal tunnels, niet echt fijn, terwijl we eigenlijk omheen moeten. Maar ja, de Garmin geeft dat niet aan en Garmin bepaalt!
In Zogno vinden we het warm genoeg om wat laagjes uit te trekken! Het is dan al 23 graden en lekker zonnig. Nog even door Bergamo en dan begint de lange en saaie rit over de Po-vlakte. Het landschap bestaat voornamelijk uit maisvelden voor varkensvoer en lange saaie wegen. We rijden in een peloton en dat maakt dat ik niet zoveel van het landschap meekrijg. Je moet goed op de weg en je voorganger letten. Het voordeel is dat het wel sneller gaat. Het is vandaag warm en dat maakt dat we regelmatig een drinkpauze inlassen bij cafétjes. Om half zeven komen we aan in het hotel.
Het diner is om half negen. Eerst lasagna, dan vlees met aardappeltjes en als dessert tiramisu. Maar voor dat laatste moeten we wel heel veel geduld hebben. En inmiddels zijn de meeste fietsers al naar hun kamer gegaan! (Ad & Mirjam)
Heb de 200km overleefd dankzij het sociale rijden vd hele groep. Sfeer was goed en door het in brokken op te delen. Ook goed te doen, maar wat was ik blij toen ik er was. Vooral de laatste 12km waren zwaar langs drukke weg met veel vrachtverkeer en slecht wegdek. Op de foto een vd rustpunten na een ‘brokstuk’Iedereen is moe en wil naar bed. (Tjandra)
Vandaag van Mazzoldo naar Brescello in de Povlakte gereden. Da’s 200K, maar met slechts 200 hoogtemeters. Gisteren waren dat er 3.800 en was het koud. Vandaag niet, 30 graden. We hebben voor het eerst als groep kunnen rijden, voor mij was het een wandeletappe, zoals Mirjam zei, en heb de groep op kop veel kunnen helpen. Mijn hartslag lag gemiddeld op 104 en dus heb ik lekker vet verbrand, D1 voor de kenners.
Tjandra was er op gebrand de hele tocht te rijden en dat is gelukt. We mochten van haar niet harder dan 30K per uur rijden, liefst 29,5, dat ging net niet, maar gemiddeld weer wel.
De Povlakte, platter dan plat en veel mais. Voer voor de varkens, die kweken ze hier ook heel veel. En voor in de polenta natuurlijk.
Aan het einde van de tocht de Po over, toen ging het hard. Jan, Geerten, Ed en ik pikten 20K voor het eind aan bij een een tracktor die ons met 40K per uur passeerde. We gingen er vlak achter hangen, je hoeft dan zelf niet meer te trappen, je wordt mee gezogen door/in de slip stream. Wel goed de achterlichten in de gaten houden, anders lig je er zo onder. De tracktor sloeg af naar rechts en Jan en ik besloten kop over kop in hetzelfde tempo door te akkeren tot aan het hotel. Leuke afronding van de tocht en ik kwam er precies op tijd door bij Eva voor mijn massage.
Nu is iedereen moe en het wachten op het toetje beu. Na 30 minuten verschijnt het alsnog: op inmiddels 11 lege plekken staat tiramisu, helaas. Ad en Michel beloven dat het op komt, ik wens ze succes en ga lekker naar buiten op het terras dit stukje schrijven, want hoewel ik niet moe ben, ga is straks lekker naar bed. Morgen weer een lange dag, maar daar komen we hier voor, fietsen. Inmiddels staat de teller al op 1.300k. (Rene)
Po vlakte
Na het klimgeweld van gisteren staat vandaag de langste etappe op het programma (203 km) die ons voert over de Po-vlakte. Gelukkig is dit ook de vlakste rit van onze reis.
’s ochtends nemen we eerst afscheid van Menno en Marleen die na 3 dagen weer hun eigen weg gaan en lekker gaan relaxen aan het Como meer. Stiekem zijn we toch ook wel een beetje jaloers.
Foto’s dag 9
Dag 10 Brescello – Scarperia, 188 km – 2700 hoogtemeters
Vandaag beginnen we vlak, het restant van de Po-vlakte en eindigen met een fikse klim!
Het rijden in peloton is ons gisteren wel goed bevallen, dus we vertrekken met z’n achten uit Brezzello. De kilometers vliegen voorbij en op 40 km vinden we het tijd voor koffie. Bij het lokale café, dat wordt bevolkt door oude mannetjes, koffie gedronken. En we spoeden ons weer verder. Na 65 km begint het wat te stijgen en valt het peloton langzaam uit elkaar. De vaste groepjes vormen zich weer en Tanja, Michel, Ad en ik rijden samen verder. Vlak voor de lunch moeten we nog over twee steile pukkels, 15%. We zijn blij als we op 93 km kunnen lunchen. Vanaf km 40 hebben we aan een stuk doorgefietst!
Mijn knieën beginnen te protesteren. Ik wil de komende dagen nog wel verder fietsen en wil nu niets forceren. Rome is dichtbij en toch nog ver weg. Dan toch maar in de bus stappen.
Na de lunch stapt iedereen weer op de fiets tot vlak voor de grote klim.
De routes op de Garmin werken goed, maar soms zit er iets raars in. Nu ook. Je kan met een aantal bochten om het dorp heen of met een korte maar zeer steile weg, 28%, door het dorp. Met de bus nemen we de makkelijke weg, de fietsers nemen dankzij de Garmin de zware weg! Niet iedereen heeft de weg weten te vinden, want Ed, Geerten en Jan reden voor Ad, Tanja en Michel en komen toch later aan. Hoe het kan zal altijd een raadsel blijven. Ze zaten deze keer niet in een café.
Het laatste stuk tot Scarperia rij ik met Wiel mee. Ik mag de Garmin vasthouden en aanwijzingen geven! Mijn Garmin heb ik aan Geerten uitgeleend, want die van hem is er mee gestopt. En dan is het lastig om de route te vinden.
Uiteindelijk is ook vandaag weer iedereen binnen gekomen. De een wat meer vermoeid als de ander. Het aantal dagen, de kilometers en hoogtemeters gaan tellen.
Het diner bestaat vandaag uit antipasta, vlees en kaas, en pasta met gehaktsaus. Erg lekker en erg Italiaans! (Ad & Mirjam)
Sunrise in Scarperia.
Om mijn lijf nog wat rust te gunnen ben ik gisteren gestart in de auto. Dat betekent tanken, boodschappen doen en back-up wagen zijn. Een goede keuze want we reden het dubbelzinnige Toscane binnen met de schilderachtige landschappen, cipressenlanen en verborgen juweeltjes v dorpen. Maar het betekent ook klimmetjes v 10km of meer die maar blijven doorgaan met verborgen stijgingspercentages v soms wel rond de 20% en een enorme hitte. Vooral dat laatste maakt het zwaar, samen met de km vd voorgaande dagen nog in de benen. Na de lunch ging Mirjam de auto in en kon ik direct aan de bak met zo’n klim. Pas om 18.45u als laatste ih hotel. (Tjandra)
Toscane!
Daar was het om te doen, in ieder geval een beetje, naast Rome. Wat een prachtig landschap, zeker na de Povlakte. We begonnen in peloton, maar na het 65K punt begon het te stijgen en viel de groep uiteen. Bij 75K trof ik Sjors, Sjimmie en André op een terras, stapte ik even af, maar besloot ik toch vrij snel weer verder te rijden. Juist op dat moment kwam het peloton weer langs en bood ik mijn kopdiensten opnieuw aan. Dat lukte niet lang, want al snel ging het weer klimmen en hoe: twee behoorlijk pittige Toscaanse cols bij een temperatuur van ca. 30 graden. Na de afdaling van de tweede was er wel de beloning van de lunch. Sjors en Sjimmie keken sip, moe van hun omweg gisteren bij Bergamo. Zij vonden die stad maar nix en gingen er anders omheen, 70K en 600 hoogtemeters extra. Gevolg was wel dat ze pas om 21.00 uur arriveerden, zo’n beetje toen iedereen al uitgegeten was. Zoiets wreekt zich de volgende dag.
Na de lunch twee mooie cols, het gaat hier in Toscane tot 1000 meter hoog; dus denk niet dat het spielerei is, het is menes. Des te bewonderingswaardiger om te zien hoeveel van ons het grootste deel van de tocht uitgereden heeft. En begrijpelijker wijze koos een aantal voor een lift in een van onze busjes.
Tjandra maakt een soort omgekeerde beweging, daar waar het parcours redelijk goed te doen is, kiest ze voor de bus, maar nu we eenmaal op bekend terrein zijn, verkiest zij zoveel mogelijk te fietsen en dat gaat haar ook nog eens heel goed af.
Omdat ik zelf vrij vroeg aankwam, moest ik op de bagage wachten en heb ik na het douchen, kleding van Tjandra aangetrokken, zodat ik toch naar buiten kon, naar het bankje op het Toscaanse pleintje voor de deur van het leuke hotel hier in Scarperia. Spagettibandjes, ach, kan best en mn borsten hingen er een beetje uit, maar dat vonden de passerende dames wel aantrekkelijk, zo kreeg ik de indruk.
Nu met een wijntje er bij dit stukje schrijven en zit me te beraden over het aanbod van een van mijn maten volgende week mee te rijden van Geneve naar Nice als fietsende reporter.
Morgen weer een lange tocht, vandaag was het 188K en 2.700 hoogtemeters, morgen 164K en ongeveer evenveel hoogtemeters. Maar dan zijn we wel in…..Montepulciano!!!
Foto’s dag 10
Dag 11 Scarperia – Montepulciano, 164 km – 2600 hoogtemeters
Vandaag een iets minder lange etappe, maar wel met veel hoogtemeters. Je moet wel werken om in Rome te komen!
We beginnen met een mooie afdaling door het bos, maar door het slechte wegdek en de wisseling van zon en schaduw moeten we goed opletten. Vervolgens krijgen we nog toch nog twee pukkels waar we overheen moeten voor we echt gaan afdalen. We rijden door Toscane en het landschap is erg mooi.
Na de lunch rijden we met z’n vieren weer verder. Michel heeft tot de lunch met René gereden.
De weg blijft klimmen en dalen met als uitsmijter de klim naar Montepulciano. Een klim van 6 km met een stijgingspercentage boven de 10%. En dat aan het einde van een lange fietsdag. Maar we hebben het weer gehaald en zijn weer en dag dichter bij Rome!
Voor het eten nog even door het oude deel van Montepulciano gelopen. Het ligt op een heuvel en is een vestingstadje met steile straatjes met klinkertjes en erg toeristisch.
’s Avonds in een restaurantje binnen de vesting gegeten. Bruchetta, pasta en daarna vlees met gebakken aardappeltjes. Ben benieuwd wat voor etappe ons morgen staat te wachten. (Mirjam)
De kies
Gisteren aan tafel het parcours voor vandaag doorgenomen. Gisteren zat het venijn m in de staart met een klim aan het eind naar 1000 meter. Vandaag precies omgekeerd: we zouden een forse klim in de ochtend hebben en in de middag zou het Toscaans glooien. Dat wil zeggen: drie klimmetjes naar 600 meter en wie Montepulciano al eens bezocht heeft, weet dat het stad in 12% gaat.
Voorstel voor het parcours voor vandaag was dat een aantal het venijn van de ochtend zou overslaan. Met als gevolg dat Michel en ik samen de kies zouden rijden. De kies, want zou ziet deze 1000 meter col van 8K er uit: bovenop gaat het nog eens drie keer fors op en neer. Als je me niet gelooft moet je maar eens kijken op www.adenmirjamvanes.nl bij vandaag, dan zie je het profiel.
Michel en ik voelden tijdens de beklimming beiden de afgelopen 10 dagen en we deden de klim met 10, 12K per uur, meer zat er niet in. Eenmaal aan de top was dat op en neer een beproeving op zich, maar goed, daarna volgde een fantastische afdaling, die ging hard.
We besloten door te rijden tot het 91K punt voor de lunch. Tijd voor koffie. En voor de Garmin van Michel, want die liet het afweten. Iedereen heeft er een, de marketing van Garmin is goed, maar het product laat veel te wensen over. Ook van de nieuwe 810, treurig, Recon Jet en Google Glass zullen geduchte concurrenten worden.
Na de lunch het eerste stuk met Tjandra gereden, tot aan Bucine, een beetje onze achtertuin, want we komen daar al 3 jaar en ik heb er al behoorlijk wat trainingsrondjes gereden. Een mooie klim naar San Salvino gevolgd door een lange afdaling. Warm. Ik besloot de vaart er in te zetten om Geerten, Jan en Ed in te halen die deze ochtend veel eerder vertrokken waren dan ik. Dat lukt, maar pas voor de poorten van Montepulciano. Jan had de kar fors getrokken. Hij is 67, maar heeft enorme kracht in de benen, respect!
Nu aan het bier, wachtend op Tjandra, die zo binnen zal komen en dan wat gepamperd wil worden. Morgen naar Bracciano, bijna Rome! (Rene).
Foto’s dag 11
Dag 12 Montepulciano – Bracciano, 178 km – 2410 hoogtemeters
Vandaag de laatste lange etappe! Ook nu weer behoorlijk wat hoogtemeters, vooral in het eerste deel van de etappe.
Ik voel mij goed en fiets nog redelijk soepel de heuvels op en af. Beter dan ik zelf verwacht. De omgeving is prachtig en het is echt genieten tot de lunch. Behalve op een stuk onverharde weg met veel gravel.
De overgang van de provincie Sienna naar Umbria is direct merkbaar in het wegdek. Het wordt een stuk slechter, veel gaten, en ook zwaarder om over te fietsen! We komen nu regelmatig bordjes Rome tegen. We naderen ons einddoel!
We lunchen aan een meer. Een erg mooi plekje. Tjandra stapt na de lunch op en krijgt meteen een stuk onverhard en een klimmetje van 20% voor haar kiezen. Ook de rest van de etappe is alles behalve vlak. Daarbij opgeteld het erg slechte wegdek en de warmte, maakt het nog best wel zwaar.
De laatste 40 km zijn zwaar. Regelmatig klimmetjes en slecht wegdek.
Ik ben op km 140 gestopt en met Wiel naar Bracciano gereden. Bracciano is een leuk stadje, maar een crime qua verkeer en parkeren. Gauw alle bagage uit de bussen gehaald en in het hotel gezet. Ad, Michel en Jan komen om half zeven aan. Blij dat ze er zijn.
We dineren in het hotel, maar gaan na afloop nog even koffie drinken in Bracciano. Het is een feestdag en straten zijn voor het verkeer afgezet. Het is gezellig druk. Een leuke afsluiting van onze tocht. (Ad & Mirjam)
Afzien
Foto’s dag 12
Dag 13 Bracciano _ Rome, 43 km – 250 hoogtemeters
Vanochtend afscheid genomen van André en Wiel. Zij gaan niet mee naar Rome.
Na een groepsfoto stappen we om half negen op de fiets voor de laatste 43 kilometers naar Rome, het eindpunt van de tocht. We fietsen met de hele groep bij elkaar. Erg leuk. Om half elf komen we aan In Rome. We zijn er!
Maastricht – Rome
In twaalf fietsdagen hebben we de 1800 km naar Rome overbrugd. Het was een inspannende tocht met lange fietsdagen, vele klimmetjes en evenzoveel afdalingen, al duren die meestal te kort, en een gezellige groep mensen.
We zijn door Nederland, België, Duitsland, Luxemburg, Frankrijk, Lichtenstein, Zwitserland en Italië gefietst. En hebben onderweg de landschappen zien veranderen, de wind, zon en regen gevoeld en vooral genoten van deze uitdagende, grensverleggende fietstocht!
EFI!!!!
‘Every fucking inch’ gefietst da Maastricht a Roma!! 1806 kilometer, gisteren was de laatste dag. En omdat mijn Garmin besloot de rit van Montepulciano naar Bracciano en daarna naar Rome als 1 rit te registreren, vat ik beide dagen hier ook in 1 stuk samen.
De tocht begon prachtig, door de fors glooiende heuvels van de Toscaanse Cretes. Jan reed puffend voor mij uit, hij was een half uur eerder vertrokken en vlak voor de eerste koffiestop haalde ik hem in: “wordt een lange dag” mompelde hij. Dat bleek mee te vallen, want hoewel we nog 140 voor de boeg hadden, waren er in de eerste 41K al ruim 700 hoogtemeters genomen en bleek de rest van de dag goed te doen. Hij heeft deze dag helemaal uitgereden, waarbij de lunch aan het Braccianomeer voor een enorme opsteker zorgde: pasta, salade, zon, water. Fietsen is zo slecht nog niet en met steeds meer eenvoud ben je blij: een bar, een slok Cola, een broodje Mozzarella, nu ja, eenvoudig? Da’s best luxe!
Volgens Sjors moest op de laatste dag het tijdverschil in het klassement op orde worden gebracht. Niet dat het een wedstrijd was, voor hem echter wel. En dus heb ik er voor gezorgd dat hij op ruim een uur achterstand op mij binnenkwam. Het leverde mij ’s avonds een warme speech met veel dank voor de organisatie, maar ook de gele trui op. Die was vooral de volgende dag Rome in handig, omdat de anderen mij duidelijk zagen rijden en mij daardoor goed richting hotel konden volgen.
Ik heb er van genoten, we hebben er van genoten. Het was leuk en net zoals iedereen mij heeft bedankt, bedank ik hier iedereen die mee is gegaan, want het was alleen daardoor een enorm geslaagde tocht. Zo geslaagd, dat we het volgend jaar weer gaan doen, ander land, ander traject, maar wel met deze groep, wat anderen er wellicht bij, maar vooral ook onze Eva, die ons beter dan wie ook 13 dagen lang heeft verzorgd!! (Rene)
Foto’s dag 13