Reisverslag Karakoram Highway september 2007
|
Drie jaar geleden hoorde ik voor het eerst over fietsen op de Karakoram Highway. De verhalen waren zeer enthousiast en mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Via internet informatie opgezocht en ik kwam uit op de reisorganisatie Tropical Cyclist. Deze had fietsen over de KKH in zijn programma staan. Vanaf dat moment stond fietsen op de KKH op mijn 'to do' lijstje.
De KKH is onderdeel van de oude zijde-route tussen Rawalpindi in Pakistan en Kashgar in China en is 1300 km lang. De weg is tussen 1966 en 1982 aangelegd en moet regelmatig hersteld worden door de vele landverschuivingen als gevolg van de regen. Op de KKH is de natuur de baas. Het begrip 'Highway' moet gelezen worden als hoge weg en niet als snelweg, want na Gilgit kwamen we nauwelijks verkeer tegen.
Dit jaar was het dan eindelijk zover dat we met Tropical Cyclist over de KKH gingen fietsen. De groep bestond uit 21 enthousiaste fietsers, in leeftijd variërend van 33 tot 67 jaar, waarbij de gemiddelde leeftijd rond de 50 lag. Onder de bezielende leiding van Pascal Kolkhuis Tanke hebben wij het stuk tussen Gilgit en de Khunjerab-pas en Tashkurgan en het Subash-plateau gefietst, waarbij het stuk tussen Sost en Tashkurgan met de bus afgelegd moest worden. Hieronder volgt het verslag van onze reis met foto's. Met dank aan de groepsleden.
.
Vrijdag 7 september, Islamabad - Besham We komen om 6 uur 's ochtends aan op het vliegveld van Islamabad. Als eerste moeten we een visum regelen, maar dat blijkt minder eenvoudig dan ons was gemailed. We hadden duidelijk de verkeerde beambte en er was ook niemand van PTDC, de Pakistaanse touroperator, om ons te helpen. Gelukkig kwam Pascal en die kon alles nog rechtzetten wat al fout was gegaan. Uiteindelijk had om 9 uur iedereen zijn visum en bagage, behalve wij. Van onze bagage was alleen Ad z'n fiets aangekomen, de twee tassen en mijn fiets ontbraken. Lekker begin van de vakantie!! Buiten het gebouw is het een drukte van jewelste en een grote chaos. Met veel moeite weet iedereen zijn bagage en fiets naar de gereed staande bussen te manoeuvreren. Daar moeten alle fietsen in elkaar worden gezet om vervolgens op het dak van de bussen te worden geplaatst voor het vervoer naar Gilgit. Een busreis over 700 km, door de bergen, die ongeveer 14 uur kost. We zullen in Besham overnachten en morgen doorrijden naar Gilgit. Om half 12 heeft iedereen kleding uitgezocht en vertrekken we echt naar Besham. Door het gedoe met de visa hebben we wat vertraging opgelopen op het programma. Het verkeer in Pakistan is een hele belevenis. Het is heel druk op de weg en iedereen haalt links en rechts in, waarbij het recht van de sterkste geldt. Toeteren hoort er ook bij. Na de lunch rijden we verder en de grootste drukte op de weg hebben we dan gehad. De weg voert ons verder door de bergen en de gemiddelde snelheid is niet meer dan 40 km per uur. Het is al 17.00 uur als we eindelijk theepauze hebben op de Chatter Plains. Vanaf hier is het nog 2,5 uur rijden naar Besham, waar we overnachten. |
|||||||
Zaterdag 8 september, Besham - Gilgit Het was een korte nacht, want we worden om 5.30 uur aan het ontbijt verwacht en om 6.00 uur vertrekken we met de bus naar Gilgit. Iedereen verschijnt in shalwar qamiz aan het ontbijt. Het zit heel comfortabel en koel. We overnachten in hotel Riveria, een leuk hotel met een mooie grote tuin en grote kamers. In Gilgit maken we ook kennis met het gezin van Pascal, bestaande uit Dorina, zijn vrouw en zijn twee zoontjes Jon (4 jr) en Dacian (2 jr). Zij reizen op eigen gelegenheid met ons mee van Gilgit tot Sost. |
|||||||
Zondag 9 september, Gilgit (40 km) Vanochtend gaan we 20 kilometer heen en weer terug langs de Gilgit rivier fietsen met onderweg 'Pakistani tea' en de middag kunnen we zelf besteden om kleding te kopen of een polowedstrijd te kijken. We ontbijten in de tuin in het zonnetje. Het is echt vakantie! Na het ontbijt staat iedereen te trappelen om te fietsen. Het is goed dat we een stukje infietsen want iedereen moet duidelijk op gang komen. Van een klein heuveltje raken we al buiten adem en we zitten nu pas op 1.400 meter hoogte. Hoe moet het straks als we op 4.000 meter zitten? Na de lunch gaan we in groepjes naar de markt om Pakistaanse kleding voor de dames te kopen en wat rond te kijken. Het valt nog niet mee om een creatie te vinden die ons, westerse dames, past. De meeste kleding is zo smal dat zelfs een maatje 36 er nauwelijks in past. Uiteindelijk heeft vrijwel iedereen een nieuwe outfit. Ik ben de langste van de groep en koop uiteindelijk nog maar een 'mannenpak', dat past altijd. Leonie is beter geslaagd en heeft meerdere vrouwen shalwar qamiz gekocht, geschikt voor westerse vormen. Ik kan er één van haar overnemen en ik heb nu voor 's avonds ook een mooie outfit. Polo is een hele populaire sport en toevallig is om 16.00 uur een polowedstrijd in Gilgit. De meeste groepsleden gaan naar de wedstrijd toe. Het schijnt een hele belevenis te zijn. Wij hebben verstek laten gaan. |
|||||||
Maandag 10 september, Gilgit - Minapin (75 km) Vandaag de eerste echte fietsdag waarbij we van 1400 meter naar 2000 meter stijgen. Pascal heeft een fiets voor mij gekocht. Hij ziet er heel blits uit, maar is erg zwaar. Ik kan in ieder geval fietsen! Na 54 km zien we voor het eerst de Rakaposhi, 7.790 meter hoog. De top is bedekt met sneeuw. Echt heel erg mooi. Vervolgens verdwijnt hij weer uit het zicht om bij Rakaposhi Viewpoint, op 70 km, weer goed te zien is. Dit is tevens een geode plek om even uit te rusten en wat te eten en drinken en souvenirs te kopen. Ik koop een heel mooie Kashmir-sjaal. Het is nu nog 6 km naar Diran Guesthouse, waarvan de laatste 4 km over onverharde weg. Diran Guesthouse is heel mooi gelegen aan de voet van de bergen met een mooie tuin en ruime kamers. De thee en soep staan al op ons te wachten in de tuin, waar we bijkomen van alle inspanningen en onze ervaringen uitwisselen. Ad en ik hebben besloten niet meer op de tank te fietsen. Het is te zwaar en dan geniet je helemaal niet van de omgeving. Ad gaat morgen fietsen en ik ga met de bus. Er is nog steeds geen bericht over onze bagage want het vliegveld was ook vandaag nog gesloten! Een warme douche hebben we wel verdiend, maar de douche geeft weinig warm water. Een emmer met heet water en een bakje biedt uitkomst. Naderhand werkt de generator weer en is warm water ook beschikbaar. 's Avonds werkt de generator weer en kunnen we zien wat we eten. Het is een goed buffet en het smaakt goed. Zodra iedereen naar z'n kamer is gegaan, gaat de generator weer uit en daarmee ook het licht. |
|||||||
Dinsdag 11 september, Minapin - Karimabad (30 km) Vandaag een korte etappe naar Karimabad, waarbij we 400 meter in hoogte stijgen. In Karimabad ligt Baltit Fort dat we 's middags kunnen bezichtigen. Ad vertrekt samen met de anderen op de fiets en ik volg samen met Dorina en de kinderen in de bus. De bus moet achter de laatste fietser blijven, maar rijdt steeds een stuk vooruit en wacht dan totdat de laatste fietser weer is gepasseerd. Vanuit de bus heb je ook mooi zicht op de omgeving. We rijden langs de rivier en zien behalve de Rakaposhi ook nog de Diran (7.264 m). De weg klimt en daalt en is niet overal even goed. Soms ontbreken hele stukken asfalt en wat rest zijn gaten en onverharde weg! Het PTDC-motel ligt net buiten Aliabad en heeft hele mooie ruime kamers met fantastisch uitzicht op de vallei en de bergen. We zijn om half 1 bij het hotel, waar vrijwel iedereen al aan is gekomen. Pascal heeft met Anwar gebeld en heeft goed nieuws voor ons. De bagage is gearriveerd en kan nagestuurd worden, maar dat kost wel US$ 400 en dan hebben we het morgenavond. Laat de bagage maar komen, de kosten verhalen we later wel op BA ofzo. Na de lunch worden de mensen die het willen naar Karimabad gebracht, waar ze verder omhoog moeten lopen naar het fort. Ik wil het fort wel zien en ga met de bus. Een aantal sportievelingen gaat op de fiets de klim naar het fort maken. |
|||||||
Woensdag 12 september, Karimabad - Passu (50 km) Vandaag fiets ik het deel tot de pauze en Ad fietst het deel na de pauze. Volgens de beschrijving is dit het meest fotogenieke deel van de Hunza-vallei. Het fietsen gaat goed. We dalen eerst 3 km om vervolgens 8 km te klimmen. De route is inderdaad prachtig met geweldige uitzichten. Na de klim voert de route door een gorge met links en rechts hoge bergen. Echt geweldig. Ik rijd de meeste tijd alleen en geniet met volle teugen. Het is een apart gevoel zo helemaal alleen tussen die machtige bergen. De lunchstop is bij Glazier Breeze. Tegen de tijd dat ik met de bus aankom heeft Ad al gegeten, maar er is nog genoeg voor ons over. Na de lunch lopen in de richting van de gletsjer. Dat is nog een heel geklim en geklauter over de rotsen en stenen en de gletsjer is te ver weg om in een half uur naar toe te lopen, maar het is wel een aardige wandeling. Daarna gaan we naar het hotel in Passu. Om 17.00 uur arriveert de koerier met onze spullen. Deze heeft 24 uur achter elkaar doorgereden. Jon en David helpen Ad met het in elkaar zetten van mijn fiets. Kan ik morgen eindelijk op mijn eigen fiets rijden!!
|
|||||||
Donderdag 13 september, Passu - Sost (38 km) Vandaag klimmen we verder naar 2.700 meter. De weg blijft vervolgens klimmen en licht dalen totdat we in Sost zijn. In de tuin van hotel Riveria staat de cola al op ons te wachten. Na de lunch lopen we het dorpje in. Weer alleen maar mannen op straat en in de winkeltjes. Dit is tevens de grenspost met China. Alle goederen moeten hier in- en uitgeklaard worden en personen krijgen hier hun exit-stempel. De werkelijke grens ligt op de Khunjrab-pas, 85 km verderop. In China worden alle goederen en personen in Tashkurgan in- en uitgeklaard, dat 200 km van de werkelijke grens verwijderd is. Tussen Sost en Tashkurgan kan je alleen per bus of vrachtwagen de grens over. Daarom moeten we na de beklimming naar de Khunjrab-pas weer terug naar Sost fietsen en dan met de bus de oversteek naar Tashkurgan maken. Maar dat is pas over 3 dagen. De komende twee dagen zijn waarschijnlijk de zwaarste dagen van de hele tocht. Morgen fietsen we naar Koksil waarbij we over 68 km 1.300 meter stijgen. Daar overnachten we en de volgende dag fietsen we eerst 17 km naar de top op 4.730 m om vervolgens 85 km af te dalen naar Sost. |
|||||||
Vrijdag 14 september, Sost - Koksil (68 km) We zijn om 7 uur opgestaan want vanaf half 8 kunnen we ontbijten en om 8 uur moeten we op de fiets zitten. Iedereen stap keurig om 8 uur op de fiets. Het eerste oponthoud hebben we aan het einde van Sost waar we ons moeten afmelden bij de grenspost. Iedereen moet zijn naam en paspoortnummer, datum en tijd invullen. Maar uiteindelijk kunnen we verder fietsen. De lunchstop is na 50 km, waar een heuse picknick op ons wacht. Zittend op een kleed kunnen we ons lunchpakket nuttigen. Behalve een tosti, appel, gekookt ei en wat zoetigheid zit er ook een stuk gare kip in. Wat zou een maaltijd zijn zonder kip! We zijn blij als we eindelijk bij Koksil aankomen, dat bestaat uit een politiepost en een onderkomen voor herders, waar wij vannacht zullen overnachten. Er is in de kamer ruimte voor 8 personen, verder worden er 3 drie-persoonstenten opgezet en de rest kan in de bus slapen. Het zijn primitieve omstandigheden, maar het is al een voorrecht dat we in het park mogen overnachten. Sanitaire voorzieningen zijn niet aanwezig en het water komt rechtstreeks uit de bergen en is ijskoud. Wassen slaan we maar een dagje over. Wel droge kleding aangedaan want de fietskleding is toch wel vochtig geworden. Het eten is door het hotel in Sost geregeld en wordt met een Jeep naar het kamp gebracht. Ze hebben zelfs borden en bestek meegenomen en weten het eten ook nog warm op te dienen. Van rollen gaas en tafelkleden wordt een buffet gemaakt. We krijgen soep en daarna hebben we keuze uit rijst, kip, groente en chapatti's. Bij gebrek aan stoelen zoekt iedereen een plekje om te eten, bij voorkeur uit de wind! De zon is inmiddels achter de bergen verdwenen en er staat een koude wind. Vanwege de kou en de duisternis die inmiddels is ingevallen ligt iedereen om 7 uur al in zijn slaapzak. Jan K en Ton hebben buiten een slaapplaats gemaakt. Ik slaap in de kamer met Nol, Jan 'krediet', Michiel, Evert en Jan 'foto'. Het lukt mij niet direct de slaap te vatten en ik moet er een aantal maal uit om te plassen. Het is buiten behoorlijk koud, het vriest zelfs een beetje. Het is onbewolkt en een prachtige sterrenhemel is zichtbaar. |
|||||||
Zaterdag 15 september, Koksil - Khunjrab pas - Sost (17 km - 85 km) We moeten eerst 17 km klimmen van 4.000 m naar 4.730 m en daarna dalen we weer af tot 2.700 m. De eerste kilometers gaan redelijk gemakkelijk. We raken niet buiten adem ondanks de hoogte en hebben geen last van onze benen. De weg is niet al te best met veel gaten. Naarmate we hoger komen wordt mijn coördinatievermogen minder goed en heb ik moeite de gaten te ontwijken. Het is net of mijn hersens geen signaal doorgeven aan mijn handen om het stuur om te gooien. Daarnaast is het ook erg koud. Ik heb vooral last van koude handen en voeten, ondanks de handschoenen en dikke sokken. De laatste 3 km heb ik het erg zwaar maar ik weet toch de top te halen, 4.730 m. Ik ben kapot maar ook trots op mezelf dat ik het gehaald heb. Vooraf had ik gehoord dat vrouwen lang niet altijd de top halen. Ik besluit de afdaling in de bus te doen. Ad gaat samen met Nol, Jan, Everhard en Ton de afdaling van 85 km naar Sost doen. Om half 11 is iedereen op de top. Dat is een unicum want meestal haalt slechts 60% de top!! Pascal vindt dat deze bijzondere prestatie beloond moet worden en weet in een land waar geen alcohol wordt geschonken toch een fles whisky te regelen en bij het diner staat voor iedereen een glaasje drank klaar!! |
|||||||
Zondag 16 september, Sost - Tashkurgan (China) per bus We gaan nu Pakistan uit en moeten daarvoor door de douane en dat kost enige tijd, dus moeten we op tijd weg. Pascal wil om 9 uur bij de douane zijn en hoopt om 10 uur met de bus te vertrekken. We gaan met twee bussen omdat alle fietsen, bagage en personen niet in één bus passen. De fietsen zijn op het dak van de bus gezet, de bagage gaat met de bus mee naar de douane en wij lopen er naar toe. Het is vlak bij het hotel Riveria. Bij de douane moet alle bagage uit de bus en in een rij gezet worden. Een paar tassen worden aangewezen en worden doorzocht. De vrouwen moeten naar een speciaal gebouwtje waar we door een vrouw gefouilleerd worden en de handbagage ook aan een onderzoek onderworpen wordt. De mannen worden niet gecontroleerd! Na enige tijd krijgen we toestemming om te vertrekken. Nu moeten onze papieren nog gestempeld worden met een uitreisstempel en de nodige formulieren ingevuld worden. Geheel volgens Pascal's schema kunnen we om 10 uur dan echt Sost (Pakistan) verlaten. Het landschap is ook drastisch veranderd. In Pakistan reden we slingerend tussen de bergen door. Hier loopt de asfaltweg als een recht lint door het landschap, dat bestaat uit steppe met in de verte bergen. Ook de kleuren zijn heel anders. Maar ook hier wonen weinig mensen. Op de snelweg komen we behalve auto's ook kamelen, yaks, koeien en geiten tegen. Na 2 uur rijden zijn we in Tahskurgan waar de douaneformaliteiten afgehandeld moeten worden. Hier komen we China officieel binnen. Iedereen moet met zijn bagage en fiets door de douane. Het immigratieformulier wordt letter voor letter gespeld, gescand in de computer en vervolgens kijkt een volgende beambte het weer na en krijg je uiteindelijk je stempel. Het gaat redelijk voorspoedig. Aan de andere kant wacht een Chinese bus die onze bagage meeneemt naar het hotel en wij fietsen naar het hotel dat een paar km verderop ligt. De weg is hier heel breed en er rijdt nauwelijks verkeer op. Heel bijzonder! De kruispunten hebben verkeerslichten, maar waarvoor die zijn? Nadat we de bagage op de kamer hebben gelegd, gaan we Tashkurgan verkennen. De stad is heel overzichtelijk aangelegd. Kaarsrechte straten, met heel weinig verkeer. De bevolking ziet er heel anders uit dan in Pakistan, maar ook niet echt chinees. Ze kleden zich ook heel anders en de vrouwen lopen hier gewoon op straat. Tashkurgan stelt verder niet veel voor. Er is een straat met winkels en een kleine markt. 's Avonds neemt Pascal ons mee naar een restaurant waar ze ook muziek draaien en gedanst kan worden. We zitten aan ronde tafels met een draaiplateau en regelmatig worden nieuwe schalen met gerechten op tafel gezet. Het smaakt goed, maar telkens als de muziek aan gaat, gaat het licht uit en kunnen we niet goed zien wat we eten. De muziek heeft Arabische invloeden en de lokale bevolking danst er zeer sierlijk op, ook de mannen. Wij kijken het een tijdje aan, waarna Ad, Jannette en ik ons op de dansvloer wagen. We zijn maar een stel houten klazen vergeleken bij hun. Na verloop van tijd komen meer mensen de dansvloer op en aan het einde staan we allemaal op de dansvloer. Het was een gezellige avond. |
|||||||
Maandag 17 september, Tashkurgan - Karakul meer (100 km) Het is een lange dag en volgens de beschrijving zijn de eerste 50 km goed te doen, de volgende 20 km wordt het bikkelen en dan volgt een afdaling van 30 km naar het Karakul-meer. We moeten van 3.000 m naar 4.000 m en dalen af naar 3.700 m. De eerste 30 km gaat heel gemakkelijk en voor we het weten zijn we bij de bus voor de eerste stop. Tijd voor wat drinken en eten. Pascal heeft gisteren van alles ingeslagen variërend van koeken tot lokale marsrepen, cashewnootjes tot gedroogde vijgen. Voor ieder wat wils. De volgende 20 km wordt het inderdaad bikkelen. Het blijft geleidelijk aan klimmen en de weg is erg recht en biedt weinig variatie in uitzicht. Uiteindelijk komen we boven. Vanaf hier begint de afdaling. Het eerste stuk gaat heel snel. In een aantal haarspeldbochten dalen we heel snel een paar honderd meter af, waarbij we snelheden van 65 km p/u halen op onze tellers!! Daarna daalt het verder, maar niet meer zo snel. Na ruim 90 km zien we in de verte het Karakul-meer al liggen. Nog een klein klimmetje en wat bochten en dan zijn we bij onze overnachtingplaats. We overnachten in yurts, ronde tenten gemaakt van kleden en huiden die door nomaden worden gebruikt. Het is tevens een toeristische stop en we worden direct belaagd door verkopers met kettingen en andere prullaria. De meeste mensen zijn Kyrgyzen en hebben specifieke hoeden op. We gaan eerst soep met brood eten in het restaurant. Het smaakt goed en we hebben een fantastisch uitzicht op het meer en de bergen. De sanitaire voorzieningen beperkt tot Chinese toiletten en een wasbak buiten. Veel verder dan snoetenpoetsen komen we niet. 's Avonds hebben we weer een echte Chinese maaltijd met diverse gerechten. Het smaakt erg goed. Om ongeveer 21.00 uur zijn we klaar met eten en gaat iedereen naar bed. Morgen moeten we weer vroeg op. |
|||||||
Dinsdag 18 september, Karakul-meer - Subash plateau - Karakul-meer - Tashkurgan (30 km heen, 30 km terug) We schrikken om 6.45 uur wakker. Vlug aankleden want we moeten om 7 uur ontbijten, zodat we om 8 uur op de fiets zitten. We dalen eerst een paar kilometer snel af en daarna gaat het geleidelijker en soms moeten we even klimmen. Ad is achter de snelle mannen aan, dus ik fiets op mijn eigen tempo en maak onderweg wat foto's. De natuur is weer zo overweldigend dat het bijna niet mogelijk is het op de foto vast te leggen. In de rivierbedding lopen yaks en kuddes wilde kamelen. We vinden de afdaling mooi genoeg voor vandaag en gaan met de bus terug. Een deel van de groep deelt ons standpunt en de anderen fietsen terug. Ze moeten voornamelijk klimmen, maar ze vinden het achteraf best meevallen. Als iedereen terug is bij het Karakul-meer moeten alle fietsen op de bus gezet worden. Dat is nog een hele klus, maar doordat een aantal mannen helpen is het toch wel snel geklaard. De fietsen blijven op de bus staan tot we morgen weer een paar kilometer over de Khunjrab-pas zijn. Waarbij we hopen dat de fietsen op de bus door de Chinese douane mogen. Na de lunch rijden we met de bus de 100 km naar Tashkurgan terug. Bij het hotel aangekomen blijkt dat onze kamers verhuurd zijn aan andere gasten en er nu te weinig kamers in het hotel beschikbaar zijn. Een deel van de groep gaat naar een ander hotel, vlakbij ons hotel. Dit is typisch chinees. Gelukkig heeft Pascal hulp van Gohar, die het plaatselijke dialect spreekt. Ad en ik hebben een drie-persoonskamer, dus genoeg ruimte voor onze spullen. We gaan nog even Tashkurgan in om te proberen onze laatste yuan uit te geven. Dat valt niet mee, want ze hebben hier weinig souvenirs. Uiteindelijk kopen we twee kettingen. Ad heeft het wel gezien en gaat naar het hotel, ik kijk nog wat rond voor een souvenir. In de winkel van Gohar koop ik mooie oorbellen. Ad is zelden ziek op vakantie, maar nu heeft ook hij last van Pakistanitis (darmklachten en geen trek). De meeste goepsleden hebben er inmiddels in meer of mindere mate last van of gehad! 's Avonds neemt Pascal ons naar een fonduerestaurant, waar we aan twee tafels vlees, vis en groenten in bouillon kunnen fonduen. Het smaakt prima en is erg gezellig. |
|||||||
Woensdag 19 september, Tashkurgan - Khunjrab-pas - Sost (83 km) De vakantie gaat ineens erg hard. Nog even en dan vliegen we weer terug naar Nederland! |