Fietstocht van Lhasa naar Kathmandu 2010 |
||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
||||||||||||||||
Donderdag 30 september, Chengdu We komen met twaalf van de dertien fietsers aan op de luchthaven van Chengdu. Morgen vliegen we verder naar Lhasa, dus willen we de fietsen op de luchthaven in depot zetten. Een aantal mannen gaan uitzoeken waar dat kan en komen al snel terug. De fietsen moeten naar de eerste verdieping, met de lift of via de trap. We zijn als eerste bij het hotel en checken alvast in. Dat gaat wat moeizaam en zijn net klaar als de rest van de groep arriveert. Ines is al in het hotel en blijkt de permit en vliegtickets voor morgen te hebben. Ze begrepen ons al niet bij de balie toen we ernaar vroegen. We frissen ons op en gaan dan samen met Herman wat rondkijken in Chengdu. Het is heel erg druk op straat met winkelende mensen. De stad is erg modern geworden t.o.v. ons bezoek in 2000 met designershops en hoge moderne gebouwen. De fietsen zijn vervangen door elektrische scooters, dus dat zijn er heel erg veel. ‘s Middags twee uurtjes geslapen om de gemiste uren in het vliegtuig in te halen! We liggen om half 10 al in bed. Morgen moeten we om half 6 op om naar het vliegveld te gaan. |
||||||||||||||||
Vrijdag 1 oktober, Lhasa Om kwart voor 6 staan we beneden met de bagage, we zijn niet eens de eerste. De meeste zijn fietsers zijn er al. Het inchecken verloopt zeer soepel. We zijn de eerste die inchecken en hopen dat we niets voor het overgewicht moeten betalen, want iedereen heeft meer dan 20 kilo inclusief fiets. Waarschijnlijk was de baliemedewerker overdondert door ons en vergat ons te belasten voor overgewicht. Als Herman een half uur later komt hoeft hij alleen nog zijn tas in te checken. Alle tassen en fietsen gaan mee naar Lhasa. We moeten als groep door de controle vanwege de permit voor Tibet en ook dat verloopt soepel. We zijn achteraf blij dat we al zo vroeg op het vliegveld waren, nu konden we alles regelen zonder haast. De groep bestaat uit 13 fietsers, in leeftijd variërend van 30 tot 75 jaar. Vijf vrouwen en zeven mannen. Iedereen is erg benieuwd hoe we de hoogte zullen verwerken. De vlucht naar Lhasa vertrekt een half uur later dan gepland. Pascal staat al op ons te wachten als we met al onze bagage naar buiten komen. Het is warm en zonnig. De fietsen gaan in een vrachtwagen en wij stappen met de bagage in de bus. Deze bus hebben we de hele reis door Tibet. Het is half een als we naar Lhasa rijden. Het is ongeveer 60 km naar Lhasa, maar het verkeer rijdt niet hard. We komen om half twee Lhasa aan de Chinese kant binnen en gaan bij een Tibetaans eettentje eten. Noedels in soep en momo’s, een soort dumplings met vleesvulling. Ik had wel trek gekregen. Nadat we ons hebben opgefrist gaan we het Tibetaanse deel van Lhasa bekijken. We kijken onze ogen uit. Het is heel erg druk met mensen in Tibetaanse kleding en overal kraampjes met gebedsmolentjes, sieraden, gebedsvlaggen en andere snuisterijen. In de staatjes van de Barkhor lopen de mensen allemaal dezelfde kant op, met de klok mee. Dit is het pelgrimage circuit. Dit circuit omvat de Jokhang en een aantal andere oude gebouwen. ’s Avonds eten we bij het Steakhouse, waar Pascal diverse gerechten heeft besteld. Erg lekker allemaal. We zitten op 3750 meter hoogte en dat merken we allemaal. Iedereen heeft last van hoofdpijn en de trap oplopen valt erg tegen. Voor je op de eerste verdieping bent ben je al buiten adem! |
||||||||||||||||
Zaterdag 2 oktober, Lhasa Na een nacht slapen is de hoofdpijn over. Na het ontbijt vertrekken we naar Potala Paleis, waar we om 9 uur moeten zijn. Onze gids doet de rondleiding. Het is handig dat ik mij vooraf heb ingelezen, want nu kan ik zijn verhaal beter volgen. Zijn
Engels is soms lastig te verstaan. Om half twaalf zijn we terug in het hotel en gaat iedereen zijn fiets in elkaar zetten. Ad heeft die van ons al gedaan, alleen nog de banden oppompen en de tellers erop. Ad verleent hand- en spandiensten bij de diverse groepsleden. Uiteindelijk is iedereen om 1 uur klaar en kunnen we lunchen. Daarna gaan we op de fiets naar het Sera klooster, 7 km fietsen vanaf het hotel. Via een andere route fietsen we terug naar het hotel. De rest van de middag hebben we vrij. Om te voorkomen dat we in slaap vallen maken we een rondje Barkhor en kopen op straat een pomelo, na zwaar afdingen voor 15 yuan, ongeveer anderhalve euro. Om half acht, als het donker begint te worden, lopen we naar het restaurant. Het eten is wel lekker, maar niet bijzonder. Door miscommunicatie tussen Madeleine en Axel heeft Pascal een verjaardagstaart geregeld voor Madeleine. Axel was ervan overtuigd dat Madeleine 2 oktober jarig was. Zij is echter op 10 februari jarig. Pascal dacht dat hij de verjaardag over het hoofd had gezien en had alsnog een taart geregeld. Hilariteit alom met een lekkere taart als resultaat! |
||||||||||||||||
Zondag 3 oktober, Lhasa Na het ontbijt, hetzelfde als gisteren, gaan we op de fiets naar de Drak Yerpa hermitage, heilige grotten die volgens de LP 16 km vanaf Lhasa liggen, na een klim tot 3980 meter. Het ritje door de stad gaat prima, maar de klim valt niet mee. Niet alleen vanwege de hoogte en de mindere zuurstof in de lucht, maar ook omdat we weer even moeten wennen aan klimmen. Bovenaan de top hangen allemaal vlaggetjes, we weten zeker dat we boven zijn! Inmiddels is een groep Tibetaanse fietsers op de top aangekomen. Ze worden gevolgd door een cameraman van de lokale televisie. Natuurlijk moeten we met z’n allen op de foto en hebben veel lol. ’s Avonds zijn we zelfs even in het lokale nieuws op te tv geweest. De afdaling naar Lhasa gaat lekker en voor we het weten zijn we weer beneden. De rest van de middag besteden we aan koffiedrinken en e-mailen bij Summit café en aan inkopen doen. |
||||||||||||||||
Maandag 4 oktober, voet van Kamba-la, 85 km Na het ontbijt, extra rijstepap gegeten voor de energie, vertrekken we op de fiets richting Kathmandu. De fietstocht gaat nu echt beginnen. Eerst nog een groepsfoto voor Potala paleis en dan gaan we richting het vliegveld van Lhasa. Na 65 km gaan we in Chusul lunchen, noodlesoup. We zetten onze tentjes op een stuk land langs de weg. Mooie oranje vlekken in het landschap. De tentjes zijn wat klein, er passen precies 2 personen naast elkaar in, zonder bagage. We zien wel hoe het gaat vannacht. De was doen we aan de kraan bij een groepje gebouwen. Hier haalt ook de kok zijn water vandaan. Doordat Beijing-tijd ook hier geldt, wordt het om 8 uur ’s ochtends pas licht en om 8 uur ’s avonds weer donker. Dus kunnen we lekker buiten eten. De kok heeft zijn best gedaan. Rijst met
tahoetomatensalade, bloemkool met kip en vegetarische broccoli. Het is een onrustige nacht door het vele verkeer dat de hele nacht langs komt. |
||||||||||||||||
Dinsdag 5 oktober, 20 km voor Nargatse, 65 km Iedereen zit om acht uur aan het ontbijt. Rijstepap, braad, omelet en thee en koffie. Aangezien we straks 23 km moeten klimmen is een goed ontbijt geen overbodige luxe. Dus 2 kommen rijstepap en een boterham met omelet gegeten! We stappen om 9 uur op de fiets voor de klim naar de top van de Kamba-la. De klim begint meteen en de eerste kilometer gaat waardeloos. Ik ben helemaal buiten adem en zie erg tegen de rest van de klim. Maar ineens zit ik in mijn ritme, is mijn ademhaling weer normaal en het fietsen gaat goed. Ad en ik passeren diverse fietsers en rijden tot 14 km helemaal op kop. Dan komt Axel voorbij rijden alsof de klim een eitje is en even later komt ook Pascal voorbij fietsen! Uiteindelijk komen we aan op de top. We zijn duidelijk niet de enige, want er staan allemaal busjes met toeristen, ook Nederlanders. Het is inmiddels 3 uur als we op de fiets stappen voor de laatste 25 á 30 km tot de kampeerplek. Het eerste stuk langs het meer hebben we wind mee, dat fietst lekker. Helaas draait de wind en hebben we de laatste kilometers tegenwind. Met recht wegen de laatste loodjes het zwaarst! We bouwen ons kampement op achter een muurtje, enigszins beschut tegen de wind. Het is lastig een stukje te vinden zonder al teveel stenen en een beetje recht, maar uiteindelijk heeft iedereen een plekje gevonden. Ad heeft een eigen tentje geregeld. Met z’n tweeën in dat kleine tentje, dat was het toch ook niet. Het is duidelijk te merken dat we nu op 4400 meter zitten, want het is een stuk frisser. Vanwege de wind eten we in de gemeenschappelijke tent en liggen we al om acht uur in onze tentjes. |
||||||||||||||||
Woensdag 6 oktober, tussen Lungma en Gyantse, 65 km Het was vannacht niet koud, maar als we opstaan waait het en is het behoorlijk fris. Ik trek diverse laagjes aan om het warm te krijgen en te houden. Het eerste stuk rijden we langs het meer. We hebben deels wind tegen en deels wind in de rug. Het zonnetje laat het vandaag afweten en het blijft fris. Vooraf is niet bekend waar de klim naar de Karo-la begint, voor of na de lunch. Het blijkt uiteindelijk voor de lunch te zijn op zo’n 22 km van onze kampeerplek. De laatste 5 kilometers zijn erg stijl en zitten boven de 4700 meter. Dat is goed te voelen. Fietsen gaat niet meer, dus gaan we maar lopen. Dat lukt nog wel. Het laatste stukje naar de pas kan ik wel weer fietsen. We zitten dan op 5.038 meter. Na een tijdje komen ook de andere fietsers bij de gletsjer aan. Iedereen vond het erg zwaar. We rijden nog wat verder voor de lunch. Wederom gekookte eieren, een vast bestanddeel van de lunch, bananen en gekookte kip. Na de lunch volgt een lange afdaling, de beloning na de klim, met een klein klimmetje. Het diner bestaat uit soep met komkommer, pasta met groenten en roergebakken kool met spek. Vooral dat laatste smaakt goed. Ik heb nog steeds niet veel trek, maar op deze hoogte, we kamperen op 4600 meter, moet je blijven eten. We zijn blij dat we in de grote tent kunnen eten, want de wind is weer aangewakkerd en het wordt snel kouder. Uiteindelijk ligt bijna iedereen al om half acht in z’n tentje. |
||||||||||||||||
Donderdag 7 oktober, Gyantse, 55 km Het was een onbewolkte nacht met heel veel sterren. Dat is ’s ochtends te merken want de rijp staat op onze tenten en de fietsen. Gehuld in hemd, thermosshirt, fietsshirt en jasje en handschoenen stap ik na het ontbijt op de fiets. Het ontbijt bestaat meestal uit havermoutpap of rijstepap, gebakken eieren en iets van brood. Vooral de pap vind gretig aftrek. Dat is goed fiets-eten. Volgens Pascal dalen we 600 meter, maar er zit nog wel één klim in, de Simu-la van 4.330 meter. Het fietsen gaat gemakkelijker dan gisteren. Herman, Ad en ik fietsen met elkaar op. Eerst dalen we een stuk en vervolgens wordt het glooiend tot de klim. Net voorbij de bocht zien we de top van de klim liggen en die lijkt heel hoog te liggen. We bereiden ons voor op een steile klim, maar uiteindelijk valt het best mee en komen we met een redelijk tempo boven. Ook hier weer allemaal gebedsvlaggetjes over de weg. Ik vind het wel wat hebben. Je weet zeker dat je op de top bent. Om twaalf uur komen we aan in Gyantse, 4.050 m, waar Pascal en Axel op de kruising zitten te wachten. Het is al tegen tweeën als we met z’n allen gaan lunchen. Pascal heeft inmiddels van alles besteld. Tomatensoep, momo’s, kipcurry, gebakken ei met tomaat en gebakken spinazie. Het is allemaal erg lekker. Het is een luxe om aan tafel op een gewone stoel te kunnen eten, i.p.v. met opgetrokken knieën op een klapstoeltje met je bord op schoot. Na het eten nog een rondje door Gyantse gemaakt, maar dat stelt niet veel voor. Zoals in alle steden grote rechte straten met allerhande winkeltjes. Alleen het klooster bovenop de berg is erg mooi om te zien. Bij het hotel hebben ze de was gedaan, maar alles vochtig in de plastic zakken gestopt. Nog gauw even wat opgehangen in de laatste zonnestralen in de hoop dat het nog droog wordt voor we gaan slapen. ’s Avonds eten we in Tashi restaurant, een leuk restaurantje waar ze Tibetaans, Nepalees en Chinees eten serveren. Pascal heeft voor de verandering ook pizza en patat bij het eten besteld. Door de late lunch heb ik nog niet zoveel trek. De was is vrijwel droog als we terugkomen en kan in de tassen worden gepakt. |
||||||||||||||||
Vrijdag 8 oktober, Shigatse, 94 km De wekker loopt al om 7 uur af en om half 8 zitten we aan het ontbijt, chapatti met gebakken ei en jam en yoghurt van Pascal. Door een foutje in de aanwijzingen rijden we een extra rondje door Gyantse voor we op de weg naar Shigatse zitten. We hebben wind in de rug en rijden zo’n 26 km per uur. Langs de weg is men druk bezig met het oogsten van graan en het scheiden van het kaf van het koren. Vrijwel alles gebeurt handmatig, soms ondersteund met techniek, maar meestal op de ouderwetse manier. Het hele dorp helpt ook met het oogsten. De mensen groeten ons meestal vriendelijk en de kinderen willen handje klappen met ons als we langs rijden. Op 70 km vinden we Pascal en de andere fietsers zittend langs de weg. Ze wachten op de bus voor de lunch. Het jaarlijkse schoolreisje is vandaag, we komen meerdere groepjes kinderen tegen, zittend in een kar achter een mooi versierde tractor. Je ziet hier weinig auto’s, voornamelijk motoren, tractoren en paard en wagen. Na de lunch is het nog 25 km tot Shigatse. Die leggen we binnen een uur af. Dan nog even achter de bus aan naar het hotel aan de andere kant van de stad. Het is een Chinees staatshotel en de kamers zijn groot en luxe. Na een heerlijke warme douche, waarbij ik het stof van dagen eens goed kan afspoelen, gaan we Shigatse verkennen. Shigatse is behoorlijk groot en we lopen een beetje om, maar we komen uiteindelijk bij het klooster uit. Ad koopt bij een legerwinkel een paar warme wanten, in zijn handschoenen kreeg hij koude handen. Ook hier moet je afdingen. Pascal heeft het diner gereserveerd in het hotel. Dat is een goede keus, want wij hadden al zo’n moeite met een restaurantje te vinden en het hotel ligt een beetje uit de route. |
||||||||||||||||
Zaterdag 9 oktober, 50 km voor Lhatse, 90 km Na een goed ontbijt, yoghurt, gebakken ei en brood, stappen we op de fiets. Vandaag hebben we een relatief eenvoudige etappe met de Tra-la van 4.050 m. De pas zit redelijk vooraan in de etappe en daarna is het glooiend. Het landschap wordt ruiger en leger en de huizen zien er ook anders uit. Minder kleurrijk versierd en bedekt met leem. We rijden lekker door tot 55 km. Na het dorpje krijgen we wind tegen en gaat het een stuk moeizamer. Op 60 km liggen Pascal en Axel langs de kant van de weg op ons te wachten voor de lunch. Het is inmiddels harder gaan waaien en we zoeken een plekje uit de wind, achter wat huisjes langs de weg. Na de lunch moeten we nog zo’n 30 km tot de kampeerplek. Dat valt niet mee. We hebben tegenwind en vals plat! Dat is dubbel op. We zijn dan ook blij als we Pascal en Axel langs de kant van de weg zien staan. Ze hebben een mooie kampeerplek langs de rivier gevonden. De bedding bestaat uit stenen en keien, dus het vinden van een goed kampeerplekje is niet eenvoudig. Uiteindelijk vind ik een plekje met zand, groot genoeg voor een tentje maar te klein voor twee. We slapen wel een nachtje in een tentje. Pascal zoekt een oplossing voor het overschot aan bananen. We besluiten een fruitsalade te maken en Ad en Madeleine schillen de appels, pellen de bananen en snijden de meloen klein. Een beetje sinaasappelsap erover en klaar is de salade. Dat is het toetje voor vanavond. We krijgen tijdens het eten bezoek van de lokale bevolking, die aan de overkant van de rivier woont. De overgebleven broodjes, lege flesjes en appeltjes vinden gretig aftrek. Alles verdwijnt in het schort. Door de harde wind liggen we al om half 9 in de tent. Het is zelfs te koud om te lezen of je moet handschoenen aandoen. Ad kijkt in z'n slaapzak een film op z'n iPod. |
||||||||||||||||
Zondag 10 oktober, Lhatse, 60 km Het was vannacht weer helemaal helder. Heel veel sterren en zelfs het melkwegstelsel was zichtbaar. Door de wind voelt het kouder aan dan het daadwerkelijk is. De volgende kilometers dalen we af en dat gaat snel en gemakkelijk. Het is dan nog even door fietsen en bij 52 km staan Pascal en Axel op ons en de lunch te wachten. We moeten altijd wachten tot bijna iedereen er is, voordat de bus komt. Deze moet namelijk achter de laatste fietser blijven rijden. Er is ook weer gelegenheid tot wasdag. Het wassen gebeurt in de wasmachine, maar het uitspoelen met de hand! In het zonnetje droogt alles snel. We zijn vroeg in Lhatse en iedereen gaat eerst wat genieten van het zonnetje, dagboek bijschrijven en uitrusten. Lhatse zelf stelt niet veel voor. Het straatbeeld vind ik wel leuk. Versierde tractoren met een kar erachter waar de mensen inzitten, families op de motor Enso. ’s Avonds eten we in het restaurantje dat bij het hotel hoort. Deze keer hebben we tomatensoep, kool met stukjes yak, paddenstoelen met yak, gebakken uien en patatjes! Bij de koffie bespreken we de route voor komende dagen. Morgen over de Gyatso-la (5.248 m) naar Pelbar, dan in twee dagen over een onverharde weg naar Mount Everest Basecamp, waarbij we de Pang-la (5.050 m) over moeten en weer in één dag terug naar Pelbar. Omdat we teruggaan naar Pelbar is er de mogelijkheid om de fiets daar te laten en met de bus naar EBC te gaan. Ad en ik vinden het een goede optie en een aantal andere fietsers ook. |
||||||||||||||||
Maandag 11 oktober, Pelbar, 82 km Vandaag een lange klim van 29 km naar de Gyatso-la op 5.248 meter, de hoogste pas van deze tocht. Ad en Jos gaan vandaag met de bus naar de top. Ik stap op de fiets en rijd met Madeleine en Herman op. De eerste 10 kilometer gaan best goed en dan begint de klim. We fietsen in de schaduw van de bergen en het is best fris. De route is niet erg boeiend en na 10 kilometer asfaltstaren en twee keer stoppen, ben ik er klaar mee. Ik heb geen zin om zo verder te ploeteren en stap af. Fiets in de bus en vervolgens wachten op de anderen. Joeri en Peter fietsen natuurlijk door. Theo en Tonnie vinden het ook genoeg voor vandaag en stappen ook in de bus. Ines, Jules en Laura fietsen ook verder. We zitten nu met z’n vijven in de bus en genieten van het uitzicht en het niet fietsen. De weg lijkt even te dalen!, maar stijgt algauw weer. Bij een dorpje denken we een goede daad te verrichten door iets uit de bek van een hond te redden. Een hond komt vanaf de berg gerend met iets in zijn bek dat er uitziet als een lammetje. Achter de hond komt een vrouw van de berg gehold, dus Ad, Jos en de gids bedenken zich geen moment en gaan helpen. Ad gewapend met zijn camera en Jos met de zwabber, rennen richting de hond. Ondertussen komen uit het dorp een aantal vrouwen aangerend en uiteindelijk laat de hond zijn prooi las. De vrouw werpt zich erop en dan blijkt dat het geen lammetje is maar een schapenvel. Hebben ze daar al die moeite voor gedaan. Denken ze een heldendaad te verrichten, is het slechts een schapenvel. De fietsers komen steeds hoger, het landschap wordt onherbergzamer en ook de wind steekt weer op. De eerste die op de top komen zijn Joeri en Peter. Hun omschrijving van de klim: Wat een rotberg! Pascal heeft een klein eindje onder de top een plekje uit de wind en in de zon gevonden om op ons te wachten op de lunch. Het is inmiddels al twee uur geworden en we moeten nu nog 50 km afdalen naar Pelbar met harde tegenwind. Dat maakt het een stuk zwaarder fietsen. Als we de fietsers onderweg zien zwoegen zijn we blij met onze keuze om in de bus te blijven. We overnachten in het Snowland hotel in Pelbar. Royale kamers met douche en toilet en twee bedden. Na de zware tocht van vandaag zien de meeste fietsers af van de zware fietstocht naar EBC. Pascal besluit de planning te wijzigen en we gaan nu in één dag naar Rongbuk, waar we overnachten. De volgende ochtend gaan we naar EBC en dan terug met de bus naar Pelbar. De natuur was vandaag wel prachtig. Vanuit de bus kan je daar toch meer van genieten dan tijdens een zware klim waar je toch voornamelijk het asfalt ziet. |
||||||||||||||||
Dinsdag 12 oktober, Rongbuk, 92 km per bus Pascal en Axel gaan de hele 92 km fietsen, Herman en Madeleine stappen na de lunch op de fiets. En de rest gaat met de bus. Vanaf de afslag naar het Mount Everest Basecamp wordt de weg onverhard en gaan we via 42 haarspeldbochten naar de top van de Pang-la op 5.120 m. Dit is een klim van 22 km. Pascal en Axel dalen af naar het eerst volgende dorp, 29 km verder. Pascal wacht ons op bij een restaurantje waar we gaan eten. De bestelling is eenvoudig, maar we hebben de pech dat een groepje Chinese militairen binnenkomen en zij krijgen eerst eten om vervolgens de helft te laten staan! Wij rijden verder met de bus en komen steeds dichter bij de Mount Everest. Pascal komt als eerste aan bij het questhouse. Kort daarna arriveert de landrover met Madeleine en Herman. Ze zijn erg blij dat ze zijn opgehaald. De combinatie van snel eten, slecht wegdek en de harde tegenwind maakte het erg zwaar. Madeleine is erg moe en misselijk. De kamers stellen niet veel voor. Twee bedden met dekbed en een tafeltje. Voor het licht moet je het peertje aandraaien en ’s avonds gaat het vanzelf uit, als de aggregaat wordt uitgezet. Het lijkt ons het beste om in onze eigen slaapzak te slapen. We vertrouwen er niet op dat de lakens nog onlangs zijn gewassen. |
||||||||||||||||
Woensdag 13 oktober, Pelbar, 92 km per bus We staan om 8 uur op. Het is koud in onze kamer, maar ook daarbuiten. Gauw warm aankleden en naar het restaurant, daar is het wel warm. De bus heeft wat moeite met starten door de kou en hoogte, dus we gaan vast lopen in de richting van Everest Base Camp. Als we door de bus worden ingehaald, stappen we alsnog in tot het tentenkamp, waar de bus niet verder mag. Vanaf hier moeten we verder lopen naar het Everest Base Camp. Dat is nog ongeveer 1 uur lopen. We lopen eerst over de weg, maar steken een stuk af door over de stenen te klauteren. Dat is best pittig. Na onze fotoshoot lopen we terug naar de bus en gaan we terug naar het guesthouse om Herman, de kok en de fietsen op te halen. Om twee uur zijn we in het dorpje om te lunchen. Pascal staat al op ons te wachten bij een ander restaurantje dan gisteren. Hij besteld eten en stapt dan op de fiets. Axel is afgestapt en gaat met de bus mee naar de top. Hij gaat samen met Herman de afdaling van 22 km doen. Om drie uur zijn we klaar met eten en gaan we met de bus richting Pang-la. Onderweg passeren we Pascal die aan zijn klim van de Pang-la is begonnen. Axel ontdekt nu hoe mooi de afdaling was, daar heeft hij gisteren helemaal niets van mee gekregen zo geconcentreerd was hij aan het afdalen. Lekker gedoucht en daarna in het restaurant wat gedronken tot het avondeten. We kregen bijna ruzie met wat Chinezen. De zon scheen naar binnen en zij wilden de gordijnen dicht doen. Daar hadden wij geen zin in en stelden voor van plaats te wisselen, maar dat hoefde ook niet. En de gordijnen bleven open! |
||||||||||||||||
Donderdag 14 oktober, Tingri, 60 km + 12 km We hebben vandaag een korte fietsdag. Slechts 60 km tot Tingri over relatief vlakke weg. We fietsen eerst naar de controlepost en moeten daar allemaal ons paspoort laten zien. Daarna fietsen we verder. Het landschap is bergachtig met maar weinig dorpjes. Wel mooie vergezichten. De gids is ondertussen naar het guesthouse gereden en er is ruimte. Pascal bekijkt voor de zekerheid nog de andere opties in het dorp, maar het houdt niet over. Onze kamer ligt aan een binnenplaats met het openbare bad. Hier komt de lokale bevolking badderen. ’s Avonds eten we in het restaurant. De kok heeft weer voor ons gekookt. Rijst, groenten, pittige tomatensaus en een eierengerecht. Als toetje meloen. Het eten is inmiddels niet echt verrassend maar het vult de maag. |
||||||||||||||||
Vrijdag 15 oktober, Mangup, 50 km Het was vannacht een onrustige nacht. Vanaf 10 uur gisteravond kwamen er mensen een nachtelijk bad nemen onder het genot van een biertje of wat. Om half 3 is iedereen schoon geweekt en gaan ze weg op hun motoren. Ik val eindelijk in slaap tot 7 uur ’s ochtends als het ochtendbad begint. Pascal is er een van, naast de lokale bevolking. Het lijkt minder koud dan gisteren, maar ik trek toch m’n warme jas aan. Tijdens het fietsen blijkt dat geen overbodige luxe. Ondanks de zon wordt het niet erg warm. De laatste dagen is duidelijk te merken dat de zon minder krachtig wordt. Het landschap verandert nauwelijks, wel zien we hier meer ruïnes van vroegere Nepalese bewoners. Het lijken wel kasteeltjes gemaakt van zandsteen. Het fietsen gaat vandaag niet zo soepel. Zou het door het warme bad komen, want iedereen heeft een beetje last van lome benen. We zijn dan ook blij als we Pascal langs de weg zien zitten voor een huisje. Na enige tijd komen de andere fietsers en de bus eraan. Inmiddels hebben we bezoek gekregen van wat Tibetanen die wachten op eten en geld. Iedereen die langskomt stopt om te zien of er wat te halen valt.
De gids vertelt ze op een afstand te wachten tot wij klaar zijn met eten, dan krijgen zij ook wat. Het is vanaf de lunch nog een klein stukje fietsen tot ons onderkomen voor de nacht. Een echt Tibetaans guesthouse waar je met minimaal 3 personen in een kamer slaapt. Wij slapen met Laura en Jules op een kamer, Tonnie, Madeleine en Ines delen een kamer en de 7 mannen slapen ook met z’n allen in een kamer. Het gebouw wordt opnieuw geschilderd en dat gaat met veel gespetter gepaard. Vanuit een kan wordt de verf vanaf het dak over de muren geschonken. Daarna maakt iemand anders met een zwarte prop de onder gespatte delen weer zwart. Het ziet er uit als veel geklieder, maar aan het einde ziet het gebouw er weer redelijk netjes uit. We kunnen in de huiskamer van de familie zitten en het reilen en zeilen van de familie volgen. Als het schilderwerk klaar is komt iedereen binnen voor een kom rijst met een prutje. Madeleine en ik gaan aan het einde van de dag nog even het dorpje bekijken, maar dat stelt niet veel voor. Wel veel kinderen die allemaal om geld bedelen. Dat is naar mate we verder van Lhasa komen wel gebruikelijk. Ze zeggen gedag en houden meteen hun hand op. Zowel volwassenen als kinderen doen het. De kok heeft een half schaap gekocht en heeft er pittige aardappeltjes met uien en vlees van gemaakt. Erg lekker. Daarnaast hebben we rijst, komkommersalade en pittige tomatensaus. Als toetje hebben we meloen. We zitten nog steeds ruim boven de 4000 meter, namelijk 4600 meter. |
||||||||||||||||
Zaterdag 16 oktober, Nyalam, 90 km Ad en ik zijn als eerste op om half 8. Aankleden en de slaapspullen opruimen. We hebben vannacht in onze slaapzakken geslapen op de dekbedden van het guesthouse. We moeten vandaag twee passen over, Lalung-la en Tong-la. De eerste top ligt op 5.030 meter en de tweede op 5.140 meter. Tussen de twee toppen dalen we 160 m af en moeten vervolgens 270 m klimmen over 8 km. De eerste negen kilometer kunnen we ons een beetje warm fietsen. Een beetje klimmen en een beetje dalen. Bij km-paaltje 5263 begint de klim echt. De eerste kilometers gaan moeizaam, maar later gaat het beter en langzaam maar zeker leggen we de 13 kilometer naar de top af. De top is een deceptie, slechts een paar vlaggetjes markeren de top en geen enkele aanduiding van de hoogte! De afdaling is mooi, wel koud na de klim, en bij km 5281 begint de tweede klim. Deze valt mij erg zwaar. Ik heb moeite met ademhalen en loop de laatste vier kilometer naar de top. Daar wel veel vlaggetjes, maar niemand die mij opwacht! Deze top is het begin van de 130 km lange afdaling naar Kathmandu. Omdat er niemand staat begin ik aan de afdaling tot ik de andere fietsers tegen kom. Enige tijd later komen de overige fietsers aan, met daarachter de bus en kunnen we lunchen langs de weg. Volgens Pascal is het nu nog 35 km afdalen naar Nyalam. Vanwege de harde regen houden we onze zonnebrillen op. De bril van Madeleine is duidelijk te donker, want ze rijdt recht in een berg zand die midden op de weg ligt en gaat over de kop. Ze heeft gelukkig niets, maar ruilt voor de zekerheid met Ad van zonnebril. We hebben een mooie ruime kamer. Op de kamer liggen handdoeken en gewatteerde ochtendjassen. Die komen nu mooi van pas. De douche is heerlijk warm en heeft een hele brede douchekop waar ook nog eens veel water uitkomt. Zo’n luxe douche hebben we nog niet eerder gehad! Het is een genot om er onder te staan. Lekker warm worden en met badjas aan wachten tot de bus er is. Alle tassen worden naar binnen gebracht en iedereen die al heeft gedoucht loopt in z’n ochtendjas over de trap om zijn spullen te halen. Die roze gebloemde ochtendjassen staan de mannen werkelijk geweldig! Zodra we droge en warme kleding hebben aangetrokken gaan we Nyalam verkennen. Daar zijn we gauw klaar mee. Wat guesthouses/ hotels en winkeltjes in de hoofdstraat. Niets bijzonders. Met de mannen in een restaurantje een kopje vers gezette koffie gedronken, waarbij de prijs/kwaliteit verhouding ver te zoeken was. We gaan eten in het restaurant dat bij het hotel hoort en een eindje verderop in de straat ligt. Pascal heeft patat, rijst, gebakken ei met tomaat, soep en twee andere gerechten besteld. Het smaakt prima en iedereen eet z’n buikje vol. Eindelijk worden we een beetje warm. ’s Avonds weet Pascal ons te vertellen dat we uiteindelijk toch nog 500 meter hebben geklommen ondanks het feit dat we uiteindelijk eindigen op 3750 meter. Hoezo alleen maar afdalen! |
||||||||||||||||
Zondag 17 oktober, Zhangmu (Dram), 30 km De tocht van vandaag is volgens de LP ‘one of Tibet’s great natural wonders’. Na een goede nacht worden we om zeven uur wakker. Het regent nog steeds en onze natte kleding van gisteren is nog steeds nat. We nemen alles mee in een plastic tas en hopen dat we het vanavond kunnen laten wassen en drogen. Als we om half 9 naar het restaurant lopen voor het ontbijt, begint het op te klaren en zien we zelfs stukjes blauwe lucht. Op de bergtoppen is verse sneeuw gevallen en deze zijn helemaal wit. Na het ontbijt wordt de bus gereorganiseerd. Iedereen moet zijn losse spullen verzamelen en opbergen. De tenten, slaapzakken en matjes zijn al opgeruimd. Blijven alleen de dozen met etenswaren nog over. Pascal maakt een doos met spullen om in Nepal uit te delen. Aangebroken spullen en groente gaan naar de kok. Er is toch nog meer over dan verwacht. Ik neem een meloen mee die over is. Kunnen we vanmiddag wel weer opeten. De bus brengt ons morgen tot de grens en daarvandaan moeten we met onze spullen lopend de Friendship Bridge oversteken tot de Nepalese grens. Dus compacte bepakking is aan te bevelen! Om elf uur vertrekken we voor de 30 km afdaling tot Zhangmu. Nadat we Nyalam uitzijn en bij de berg de bocht omgaan verandert het landschap van rotsachtig en kaal in bergen met bomen en struiken en overal watervallen. Van heel klein tot brede snelstromende. Tijdens het afdalen voel je de temperatuur stijgen. Op het laatste stuk naar Zhangmu ontbreekt de vangrail en dat is toch wel een beetje eng, aangezien hier ook verkeer rijdt. Zhangmu is als een lint langs de weg gebouwd. Pascal wacht ons op bij een restaurantje waar we zullen lunchen. Gebakken aardappelschijfjes (chips), rijst en gebakken ei met tomaat! Inmiddels is het half twee en heeft iedereen wel trek gekregen. Na de lunch fietsen we naar het hotel, dat iets lager in het dorp ligt. Onze kamer kijkt uit over de vallei en een snelstromende rivier, die veel lawaai maakt. Verkenning van Zhangmu kost niet veel tijd. Naar beneden is de douanepost en naar boven winkeltjes en hotels. Na enig vragen vinden we een fotozaak waar we pasfoto’s kunnen laten maken. Die hebben we nodig voor ons visum in Nepal. De kwaliteit is niet geweldig, maar we staan er herkenbaar op. Later op de middag gaat het weer regenen. Het is hier niet voor niets zo groen. De bewolking komt zo laag te hangen dat het uitzicht vanuit onze kamer volledig verdwijnt. Alleen nog een ‘witte wereld’ blijft over. ’s Avonds gaan we eten in een ‘Western’ restaurant. Soep, bami, kip tikka en groenten. Dit was onze laatste dag in Tibet. Morgen gaan we de grens over naar Nepal. |
||||||||||||||||
Maandag 18 oktober, Dhulikhel, 85 km De muziek ging nog lang door, slapen was wat kort daardoor. Het ontbijt is om 8 uur, maar dan gaat het restaurant pas open. Ze moeten ook nog op gang komen dus het ontbijt duurt wat langer dan gepland. We beginnen aan de 8 km afdaling naar de grens. De weg is niet overal even goed en soms wat hobbelig. Om half tien zijn we bij de grens waar we in de rij gaan staan. Om tien uur gaat de grens eindelijk open en kunnen alle formaliteiten worden afgehandeld. De bagage, inclusief fietsen moeten door de scan, maar uiteindelijk zijn we erdoor en kunnen we lopend de 500 meter niemandsland oversteken. Het verschil tussen de twee landen is nu al zichtbaar. Het is hier veel drukker met mensen, ze hebben een meer Indiaas uiterlijk, zijn vriendelijker en het is veel rommeliger. In de dorpjes is het een drukte van belang. We laveren tussen de bussen, motoren, koeien, geiten en mensen door. De bussen zijn afgeladen vol met mensen, ook op het dak zitten mensen. Het is Dashain festival en iedereen gaat naar zijn dorp terug. Na 30 km wordt de weg wat beter. Wel regelmatig klimmen en afdalen. De laatste klim voor Dolalghat is behoorlijk pittig en ik zit zonder drinken. We zitten dan al op 60 km. Gelukkig komen we na een afdaling aan in Dolalghat aan waar we gaan eten. Het is dan twaalf uur Nepalese tijd, maar deze ligt ruim 2 uur voor de tijd in Tibet. Volgens Chinese tijd is het al twee uur geweest. Na ruim anderhalf uur komen ook de laatste binnen. Voor hun geldt hetzelfde, eten en drinken! Wij beginnen aan het tweede deel van de dag. De 25 km naar Dhulikhel Mountain Resort met een lange klim. Ad valt de lange klim zwaar, maar hij houdt vol, met mij achter zich aan. We genieten van het uitzicht over het dal en onze drankjes. We moeten tot half vijf wachten op warm water voor de douche, maar drie kwartier wachten onder het genot van een drankje is niet erg. De bagage wordt naar ons onderkomen gebracht. Een kamer in een soort van geschakeld huisje. Heerlijk ruim met een zitje, twee bedden en een ruime badkamer. Iedereen vond het vandaag best pittig, vooral omdat je geen idee had waar we zouden eindigen op de klim. ’s Avonds is er een buffet bij het resort. Diverse gerechten, waaronder echte biefstuk met pepersaus en patat. Vooral de biefstuk vond gretig aftrek! |
||||||||||||||||
Dinsdag 19 oktober, Kathmandu, 45 km Vandaag komen we aan op onze eindbestemming van deze reis, Kathmandu. Na 3 weken fietsen is dit de laatste fietsdag. Een raar idee, maar ook wel lekker. We hebben geen haast en vertrekken om 10 uur. In Dhulikel moet Pascal even de weg vragen, hij weet een alternatieve route voor de drukke hoofdweg naar Bhaktapur. Deze weg voert ons over deels onverharde weg door het platteland en dorpjes, waar geen auto doorheen kan. Het is een beetje een mountainbiketocht geworden. Het is zonnig en warm, dus best wel zweten tijdens de klimmetjes. Voor de poort van Bhaktapur trekken we een broek aan over onze fietsbroeken. Die zijn niet echt gepast in het stadje. We fietsen door de drukte naar Durban Square. We hebben een uur de tijd om een beetje rond te lopen in Bhaktapur. In de smalle straatjes zijn veel winkeltjes, meestal op soort bij elkaar. Pashmina sjaals zijn in alle soorten, maten en kleuren te koop, maar ook houtsnijwerk en andere kunstnijverheid. Het is dan nog 15 km fietsen naar Kathmandu. We moeten heel Kathmandu door op de fiets. Dat is best wel leuk. Alles maakt gebruikt van de weg, auto’s, motoren, bussen, mensen en zelfs koeien. Iedereen is zo gewend aan het getoeter dat niemand meer reageert. We logeren vlak bij Swayabhunath, beter bekent als de apentempel, in een questhouse van een Tibetaans klooster. Voor het klooster maken we onze laatste groepsfoto met de fietsen en jonge Tibetaanse monniken. Een mooie afsluiting van onze fietstocht van Lhasa naar Kathmandu. De kamers zijn keurig met twee bedden en eigen badkamer. Het is er heerlijk rustig, net buiten het drukke centrum en we kijken uit over de stad. Ook hier zitten apen en je moet je raam en deur goed dichthouden want de apen pikken alles als ze de kans krijgen. ’s Avonds eten we in het klooster. Ze hebben een buffet gemaakt met diverse vegetarische gerechten en alles smaak erg lekker. |
||||||||||||||||
Woensdag 20 oktober, Kathmandu Een raar idee dat we niet meer hoeven te fietsen. Drie weken lang bestond onze dag uit tussen acht en negen uur ontbijten, dan fietsen tot de lunch, die bestond uit een picknick langs de weg of in een restaurant afhankelijke van hoe het uitkwam, verder fietsen tot we bij de overnachtingsplek waren, kampeerplek of hotel, je opfrissen en uitrusten, dan diner en slapen. Ik wordt al vroeg wakker. De monniken beginnen al om zes uur met het ochtendgebed. Daarbij slaan ze op de trom en blazen ze op een hoorn. En het is hier ook al om zes uur licht. Om zeven uur gaan de monniken die in het gebouw achter het guesthouse wonen hun tanden poetsen en maken de apen veel lawaai. Iedereen is om half negen beneden voor het ontbijt. Pascal heeft een ontbijtbuffet voor ons geregeld. Geroosterd brood, chapatti’s, gebakken eieren en yoghurt met fruit. De jam komt waarschijnlijk uit de doos die Pascal in Tibet had gemaakt en met veel moeite op zijn fiets de grens met Nepal over heeft gesjouwd. Na het ontbijt gaan we lopen we naar de apentempel. Het is zonnig en erg warm. Iedereen moet nog even wennen aan de temperatuurovergang. Eindelijk is het weer voor korte mouwen en dunne broeken. Madeleine en Laura kunnen eindelijk hun rok aan die de hele reis in hun tas heeft gezeten. De apentempel dankt zijn naam aan de vele apen die er zitten. Hele families bevolken het tempelcomplex. We lopen terug naar het klooster en bestellen bij Tashi een lunch. Hij laat nasi met gebakken ei en soep voor ons maken. Het smaakt ons prima. Na drie weken Nescafé is een echte kop koffie een ware traktatie en in Kathmandu zijn diverse bakkerijtjes met koffieservice. We nemen appeltaart met koffie. Dat is echt genieten! Om half acht verzamelen we voor het diner. Pascal heeft een restaurant uitgezocht waar we gaan eten. Dit is geen succes. Vanwege Dashain-feest is de bezetting van de keuken en bediening gehalveerd. Dat is duidelijk te merken, de bediening is slecht en het duurt heel lang voordat we te eten krijgen. Het voorgerecht, pizza, komt pas om negen uur. Dat stilt de ergste honger. Daarna komt het hoofdgerecht, maar iedereen is er dan wel klaar mee en kan niet echt genieten van het eten. Pascal is het duidelijk niet blij met de gang van zaken en tijdens het afrekenen ontstaat er onenigheid tussen Pascal en de bediening. Ze zijn de aanbetaling vergeten te verrekenen en rekenen ook nog apart servicefee. Hoezo servicefee, dan moet je wel service verlenen, vindt Pascal. Voordat het echt uit de hand loopt vertrekken we uit het restaurant met Pascal’s fiets en de waszak. Zo snel mogelijk in taxi’s gestapt. Er ontstaat nog enige verwarring over de was, maar uiteindelijk zit iedereen in een taxi naar het guesthouse. |
||||||||||||||||
Donderdag 21 oktober, Kathmandu Dit is onze laatste dag van de fietsreis. Vanavond is het afscheidsdiner en morgen gaan de meeste fietsers met het vliegtuig naar huis. Vandaag hebben we nog ruimschoots de tijd om inkopen te doen. Na het ontbijt gaan Axel, Ad en ik met de taxi naar Thamel om inkopen te doen voor Axel. Hij wil wat meenemen voor z’n personeel en ik wil een Pashmina-sjaal kopen. Met de taxi zijn we zo in Thamel. Het is nog erg rustig, weinig toeristen op straat. We komen weer dezelfde straatverkopers tegen met tijgerbalsem enzo. De rest van de middag zitten we te lezen in de tuin. We hebben blauw-geruit doek gekocht dat Ad gebruikt om de fietsen inpakken voor de vlucht van morgen. Om half acht verzamelen we ons bij Pascal voor ons afscheidsdiner. Pascal heeft een leuke locatie gevonden en lekkere gerechten besteld. Ze hebben wat moeite met de volgorde, maar uiteindelijk staat alles wat is besteld op tafel. Met taxi’s terug naar het guesthouse en daar nemen we afscheid van Pascal. Hij vertrekt morgenochtend om 7 uur naar het vliegveld voor de vlucht naar Bangkok. |
||||||||||||||||
Vrijdag 22 oktober, Kathmandu Dit is dan echt onze laatste dag. Vanavond gaan we met z’n 7en terug naar Nederland. Bij het ontbijt treffen we Ines nog. Zij gaat om 9 uur als eerste weg. De rest heeft geen haast, dus we ontbijten uitgebreid en gaan daarna in de tuin zitten. Om zes uur staat ons transport naar het vliegveld klaar. Nu alleen nog 23 uur reizen en dan zijn we weer in Nederland. Dit is dan toch echt het einde van een bijzondere, mooie en enerverende fietstocht door Tibet en Nepal. |
||||||||||||||||
Fietstocht van Lhasa naar Kathmandu 2010 Dit was het verslag over onze exploringfietstocht van Lhasa door Tibet over de Friendship road naar Kathmandu in Nepal met
Tropical Cyclist. Het was een bijzondere fietstocht door een land dat 50 jaar terug in de tijd lijkt te zijn, maar waar mensen wel mobieltjes hebben. De Tibetaanse cultuur lijkt op het platteland niet te zijn beïnvloed door de Chinezen. Alhoewel alle winkeltjesin de steden in handen zijn van Chinezen. In 16 fietsdagen hebben we ongeveer 1.000 kilometer afgelegd, waarvan 115 km in Nepal. Namaste |
||||||||||||||||